Meerdere verhaallijnen, veel personages en meerdere tijdsperiodes. Door elkaar heen. Het kijken naar deze serie, gebaseerd een boek van Emily St. John Mandel, is nogal een uitdaging. De makers hebben een puzzel geconstrueerd waarvan je als kijker telkens een paar stukjes krijgt aangereikt en die je op de juiste plek mag leggen. Dat lukt me niet altijd en dat stukje parkeer ik dan even. Langzaamaan wordt dan duidelijk wat het grote plaatje inhoudt. Aan de bron van de puzzel staat een grieppandemie die een groot deel van de wereldbevolking uitroeit. De overlevers moeten zich herpakken en een nieuw leven zien op te bouwen, met veel minder voorzieningen dan voorheen.

De eerste aflevering speelt zich af in 2020, het jaar 0 in de tijdlijn. In een bewerking van King Lear sterft de beroemde acteur Arthur Leander (Gael García Bernal) op het toneel. Jeevan (Himesh Patel, die ik eerder zag in Tenet) wil hem te hulp schieten, maar kan weinig doen. In de chaos die volgt, neemt hij een jong meisje mee dat alleen is. Deze Kirsten, die ook in het stuk speelde, blijft daarna bij hem omdat de wereld om hen heen ineenstort. In aflevering 2 schiet de serie 20 jaar vooruit en is de oudere Kirsten (nu gespeeld door de geweldige Mackenzie Davis, die ik eerder zag in Halt and Catch Fire) lid van een rondreizende acteursgezelschap dat Shakespeare stukken speelt. Dat gezelschap bestaat uit een hele serie nieuwe personages en in de volgende afleveringen komen daar nog een aantal nieuwe bij en ook meer verhaallijnen. Zo zijn daar Miranda, die op zakenreis is naar Maleisië, maar niet meer weg kan. Miranda is een ex van Arthur Leander en toen dat huwelijk instortte, begon ze aan de graphic novel Station Eleven. Dan is daar Clark, een vriend van Arthur die vast komt te zitten met een groep mensen op een vliegveld. Een daarvan is Elizabeth, ook een ex van Arthur. Hun zoon Tyler is bij Elizabeth en gaat in 2040 als volwassene nog een bijzondere rol spelen. Alles hangt hier samen, maar hoe wordt pas veel later duidelijk. Centraal in die band staat Station Eleven, het boek dat meerdere personages nogal obsessief lezen. Met de stukken van Shakespeare is dat ook het enige boek dat de apocalyps overleefd lijkt te hebben.

In het hebben van herinneringen aan een wereld voor die apocalyps en de vervreemding van het leven in een postapocalyptische wereld doet de serie denken aan The Leftovers. Maar die serie focust zich op de overlevers en heeft geen tijdlijn over de periode voor het jaar 0. In Station Eleven wordt het verschil juist benadrukt tussen de drukke levens van de mensen in 2020 versus het verstilde en vereenvoudigde leven in 2040. Hoewel ook in de toekomst de angst voor het vreemde en het vasthouden aan het verleden een rol speelt. Ook in 2040 hebben de overlevers moeite om relaties aan te gaan en te kijken naar de toekomst. Wellicht zelfs meer, omdat ze weten wat er mis kan gaan. In het jaar 20 is kennis bijna een relikwie, omdat boeken verdwenen zijn en computers kapot. Daarom komt er ruimte voor kunst en is Shakespeare een goeroe.

Het heen-en-weer springen in de tijd en het steeds introduceren van nieuwe personages maakt dat Station Eleven vaak nogal schetsmatig aanvoelt. Je krijgt niet echt de kans om een band met personages op te bouwen. Dat geldt eigenlijk voor iedereen, zelfs voor Jeevan en Kirsten. De serie is eigenlijk onnodig complex en het resultaat is dat je niet meegevoerd wordt maar juist op afstand wordt gehouden. Daar staat tegenover dat Station Eleven voortdurend intrigeert en nieuwsgierig maakt. Je wil uiteindelijk toch weten hoe alles in elkaar steekt. Ook biedt de serie een sterk pleidooi voor aandacht, stilte, verdieping, gezelschap, contact en voor de zoektocht naar de zin van het leven. Het antwoord? Cultuur, als datgene wat er echt toe doet.