Het lijkt erop dat Ari Aster in de klassieke valkuil is gevallen van de maker die succes heeft aan het begin van zijn carrière (Hereditary en Midsommar), vervolgens een grote pot met geld krijgt en carte blanche en daarna ten onder gaat in de zee van opties. Beau is Afraid is een veel te lange film die momenten van grootsheid afwisselt met totale mislukkingen. De film mist vooral een visie en, hoe cliché ook, een verhaal. Joaquin Phoenix is zoals altijd geweldig. Zijn Beau is bang, kwetsbaar, onzeker en met steeds een diep weggestopte woede die maar niet naar buiten komt. Maar na afloop blijf je achter met de vraag waar je nou precies naar hebt gekeken en wat Aster wil vertellen.
Een geboorte, vanuit het perspectief van een baby. De moeder schreeuwt in paniek waarom haar kind niet huilt. Die paniek blijkt de basis voor alles wat volgt. De baby is Beau (Joaquin Phoenix), een bange man die in een vervallen appartement woont in een anonieme maar erg gewelddadige stad. Hij is van plan op reis te gaan om zijn moeder (Patti LuPone) te bezoeken, maar schokkend nieuws en een reeks ongelukkige gebeurtenissen laten zijn reis ontsporen. Hij ontmoet een verscheidenheid aan bizarre personages en maakt allerlei surrealistische dingen mee. Gebeurtenissen die steeds moeilijker zijn te bevatten. Het kijken van Beau is Afraid is een verbijsterende ervaring. Aan de ene kant vanwege het vakmanschap waarmee deze bizarre wereld tot leven wordt gewekt en de talloze details die in elk beeld verstopt zitten. Als je met je ogen knippert mis je alweer iets. De woonomgeving voelt ronduit buitenaards, een nachtmerrie vol kanslozen. Ook later weet hij personages iets onaards mee te geven, alsof Beau op elk moment de hel in gesleept kan worden. Een vreemde wereld die lijkt op het werk van David Lynch, maar dan gemengd met een flinke dosis Charlie Kaufman, Yorgos Lanthimos en Michel Gondry. Ik moest vooral denken aan diens L’Ecume des Jours. Door al die waanzin lopen de heren Freud en Oedipus met hun eigen perspectief op de verwrongen moeder-zoon-verhouding.
Maar door het ontbreken van een bindend verhaal en motivaties van de personages blijf ik toch op een afstand. De motivaties van Beau zijn begrijpelijk, maar alle anderen nemen alleen maar onzinnige beslissingen die vooral als een excuus voelen om wat verontrustende inhoud te tonen of naar de volgende stop in de reis van Beau leiden. Het echtpaar dat voor hem zorgt, heeft een dochter die gelooft dat Beau haar vervangt. Waarom ze dat denkt is echter volstrekt onduidelijk. En ook haar extreme reactie is dat. De oorlogsveteraan lijkt vooral geïntroduceerd om wederom bizarre scenes te kunnen laten zien. De droomsequentie is zowaar nog vreemder, maar sticht alleen maar meer verwarring. Het waarom van Beau’s angst wordt wel enigszins duidelijk, maar die kern wordt tot in het absurde opgerekt. Alle hindernissen leiden vooral af. De lengte van drie uur wordt bereikt met talloze zijtakken, vaak doodlopend, die wat relevant is voor het grotere geheel vertroebelen.
Ondanks die lengte heb ik me niet verveeld. Ari Aster heeft echt grote talenten en weet me vaak te betoveren met zijn kakofonie van beelden, personages en verhaallijnen. Het kan productiemaatschappij A24 duidelijk niet schelen of al hun films geld opbrengen of niet. Het lijkt me onmogelijk dat ze dachten dat dit script met deze speelduur een commercieel aantrekkelijke film op zou gaan leveren. Het is dan ook geweldig dat Beau is Afraid bestaat in een wereld die gedomineerd wordt door comicbookverfilmingen, sequels en spin-offs en waarin originaliteit uitgebannen lijkt. Ari Aster is een van de weinige filmmakers die de grenzen op zoekt en in dat proces briljante momenten afwisselt met chaos en fouten. Op naar de volgende.