4.5/5
Alles valt samen in We need to talk about Kevin. De flashbackstructuur uit het boek verliep via een briefwisseling tussen Eva en Franklin, Kevins vader. Dat is uiteraard niet een erg fijne manier voor een visueel medium als film, maar regisseur Lynne Ramsay weet precies hoe ze dat met filmische technieken moet doen. De haarlengte van Eva is een snelle manier om te herkennen in welke tijd we zitten, maar ook de cameravoering en mise-en-scene passen zich daaraan aan. De vele puzzelstukjes zijn chronologisch door elkaar gehusseld en zijn ook nog eens in verschillende stijlen gefilmd (met als chronologische scheidslijn de daad van Kevin), maar het past wonderwel in elkaar allemaal. Nergens wordt echt duiding gegeven waar we zijn en het huis van Eva, Franklin en de kinderen is zo nondescript en leeg dat het iets levenloos heeft. Alsof ze allemaal niet echt leven.
Het wordt al snel duidelijk hoe ‘evil’ Kevin is, en de nadruk ligt dan ook vooral op de manier hoe Eva daar mee om gaat en in hoeverre ze zichzelf schuldig acht aan zijn gedrag. En dat schuldgevoel is er, en na Kevins daad vindt Eva het terecht dat ze behandelt wordt als een paria. De film zit vol shots die vooruit wijzen naar de gruwelen later, maar die symboliek vindt ik juist erg goed passen. Hij opent met een scene waarin Eva zich mee laat voeren door omstanders in La Tomatina, het tomatenfestival dat jaarlijks wordt gehouden in het Spaanse dorpje Buñol. Als een Christusfiguur die ondergedompeld is in bloed lijkt ze de zonden der wereld op zich te nemen. Het is haar strijd en het is dan ook tekenend dat er nooit echt gepraat wordt over Kevin. Alsof zijn gedrag alleen in haar hoofd bestaat en zij het alleen kan oplossen.
Een fascinerende en verontrustende film, ijzersterk geacteerd, vol inventieve shots en vormgegeven als een helletocht met in het centrum een antichrist van een zoon.
Overigens wat het wel bizar om Kevin te zien zitten in een t-shirt dat ik zelf ook heb. Met van die fijne ballonnen erop…