2.5/5 

Torn Curtain was Alfred Hitchcocks 50e film. Na 3 ongelooflijk productieve decennia deed hij het in jaren 60 wat rustiger aan, maar juist die rust heeft zijn werk niet goed gedaan. Althans, na Psycho werden zijn films gewoon minder goed ook al besteedde hij er meer tijd aan. The Birds en Marnie waren nog wel goed, maar Torn Curtain en Topaz zijn het predikaat Hitchcockiaans niet waardig. Hij hield daarna een tijdje rust en haalde pas in 1972 nog eens flink uit met zijn laatste meesterwerk: Frenzy.

Torn Curtain gaat over Amerikaanse kernfysicus professor Michael Armstrong (Paul Newman) die met zijn assistente en verloofde Sarah Sherman (Julie Andrews) een internationaal congres in Kopenhagen bezoekt. Sarah ontdekt dat Michael een vlucht naar Oost-Berlijn geboekt heeft en gaat hem achterna. Daar aangekomen blijkt het dat hij overgelopen is naar het Oostblok. In werkelijkheid heeft Armstrong het voorzien op een belangrijke formule, die hij vanuit Leipzig de grens over wil smokkelen.

De plot stelt al niet zoveel voor maar dat had nog opgelost kunnen worden met een flinke dosis suspense, sterke acteerprestaties en een shot zwarte humor dat zo kenmerkend is voor Hitchcock. Maar Julie Andrews en Paul Newman zijn beiden niet op hun plaats in een Hitchcockfilm. Newman niet omdat hij als method actor zijn ei niet kwijt kan in de strakke regie van Hitchcock, en Andrews is duidelijk niet de volgzame blondine die de regisseur het liefst ziet in zijn films. Ze loopt met grote ogen rond alsof ze totaal niet weet wat ze in deze film doet. Dat Hitchcock een aanvaring had met zijn vaste componist Bernard Hermann, wiens score hij afkeurde en verving door een volgzame van John Addison, helpt ook al niet.

Nu moeten we het doen met aan paar geslaagde scenes, waarvan vooral de moord in de afgelegen boerderij je bijblijft, en bijrollen. Maar zelfs een duidelijk minder geslaagde Hitchcock is nogal altijd te prefereren boven de pogingen tot suspense die tegenwoordig soms uit Hollywood komen.