‘Computers are good at everything’ , ‘It’s a tool to solve every problem’ ,
‘A computer can create magical experiences’, ‘Apps can unlock your creativity, make you a better person’, ‘By using the right apps you can become a super human.’
Deze quotes komen uit App: The Human Story, een in 2017 gepubliceerde documentaire over de ideeën en het werk van appontwikkelaars. Na de lancering van de eerste iPhone, nu ruim tien jaar geleden, is het maken van apps een gigantische business geworden. In de film praten ontwikkelaars over het maken van apps en wat dit met ze doet. En dat is veel, zo maken de quotes wel duidelijk.
Tegelijk botsen de hyperbolen waarin ze spreken vaak hard met de werkelijkheid. De levens van miljarden mensen zijn inderdaad veranderd. In grote mate zelfs. De vraag die een scepticus daarbij stelt is of die verandering wel zo gunstig is. Smartphones en apps hebben inderdaad grenzen geopend die voorheen gesloten waren. Maar ze hebben ook verslavingen, stoornissen en een enorm verlies aan privacy geïntroduceerd. Tekenend hierin is de verzuchting van menig appontwikkelaar in de film dat de wereldveranderende apps die ze na jarenlange arbeid gepubliceerd hebben het steevast afleggen tegen games als Candy Crush Saga en Clash Royale.
Deze botsing tussen utopische dromen en dystopische werkelijkheid is ook een steeds terugkerend thema in film. Al in Fritz Lang’s fameuze sciencefictionfilm Metropolis (1927) wordt een utopische samenleving geschetst die draaiende wordt gehouden door een leger fabrieksarbeiders dat ondergronds als zombies haar werk doet. De klassieke hedendaagse tegenhanger is The Matrix (1999). Dit zijn echter films met twee parallelle werkelijkheden die elkaar nauwelijks raken. De wereld uit App: The Human Story is er een waarin een groep ‘believers’ zoveel mogelijk wil blijven geloven, terwijl de wereld om ze heen laat zien dat dit geloof niet bepaald vanzelfsprekend is. Zoals Roy Neary (Richard Dreyfuss) met alles in zich gelooft in het goede van de buitenaardse gasten in Close Encounters of the Third Kind (1977).
Drama kan niet bestaan zonder dat de hoofdpersonages tegenslagen overwinnen. Als ze dat niet zouden doen en als technologie alleen maar vooruitgang brengt, dan zou er geen film gemaakt worden. Toch overheerst in App: The Human Story het geloof in de kracht van technologie. Daarmee haakt de film in op de thematiek van grote science-fictionschrijvers als Jules Verne, H.G. Wells, Arthur C. Clarke en Philip K. Dick. De omgang van de mens met technologie en de mogelijkheden die ermee gecreëerd kunnen worden komen terug in de vele verfilmingen van hun werk. Van Twenty Thousand Leagues Under the Sea en Around the World in Eighty Days (Jules Verne), The Time Machine en The Shape of Things to Come (H.G. Wells) tot Total Recall en de in 2017 gelanceerde tv-serie Electric Dreams (Philip K. Dick).
Het door Stanley Kubrick en Arthur C. Clarke geschreven 2001: A Space Odyssey (1968) is al vijftig jaar de sluitsteen van dit geloof in technologie. De film toont op magnifieke wijze dat de mensheid die al sinds haar ontstaan naar haar hand weet te zetten om op die manier haar grenzen te verleggen. Tot in de uithoeken van het heelal.
Dat maakt het maken van apps, voor een scherm dat je in je hand hebt wel erg minimal. In de tv-serie Star Trek en zijn vele spinoffs staat technologie de mens bij in zoektocht, ondersteund door de tagline ‘to boldly go where no man has gone before.’ In Toy Story (1995) roept Buzz Lightyear om de haverklap ‘To Infinity and Beyond!‘
Dat is toch een eind verder dan dat scherm.
Dit stuk verscheen eerder in Machina 2 (maart/april 2018), van de makers van MacFan