Het ‘rape and revenge’ bestaat grofweg uit twee soorten: de wraak wordt uitgevoerd door het slachtoffer zelf, óf door iemand anders. Promising Young Woman is een voorbeeld van de laatste, de beste vriendin is hier de wreker. Ingmar Bergman’s The Virgin Spring (en Wes Cravens remake The Last House on the Left), Sam Peckinpah’s Straw Dogs en Michael Winners Death Wish zijn vroege voorbeelden van dit type, met de vader en de man van het slachtoffer als wraaknemers. Mannen die daarvoor niet (Dustin Hoffman) of wel (Charles Bronson) geschikt lijken. Three Billboards Outside Ebbing, Missouri is een recent voorbeeld, al is de verkrachting geen onderdeel van de film zelf. Meest notoire exponent van het andere type is I Spit on Your Grave (1978, met een remake in 2010) waarin de verkrachting een half uur duurt en meer het onderwerp wordt dan de wraak. Andere voorbeelden zijn MS. 45, Extremities (waarmee Farrah Fawcett haar carriere wist te verlengen) en Baise-moi. In Revenge lijkt de vrouw in kwestie, net als Dustin, ongeschikt. Het is een beeld dat door debuterend regisseur Coralie Fargeat met overtuiging wordt neergezet om daarna de kijker en de slachtoffers flink te verrassen.
Jen (Matilda Anna Ingrid Lutz) wordt voor een weekendje plezier overgevlogen naar de villa, ergens in de woestijn van Marokko, van haar rijke (getrouwde) vriendje Richard (Kevin Janssens). Als zijn jachtmaten Stan en Dimitri arriveren, sta je als kijker direct op scherp. Fargeat weet hoe filmkijkers zijn geconditioneerd. Als ze haar camera wellustig rond Jens lijf laat gaan, roept ze interessante vragen over de male en de female gaze op. Ze laat zien dat Jen uitzonderlijk goed is in het opwinden van mannen en ze weet dat de kijker denkt dat dit verkeerd voor haar gaat af lopen. Jen staat er echter heel anders in. Ze heeft plezier in dit verleiden, met haar mooie gezicht en haar perfecte rondingen maar ook met haar levenskracht. Ze heeft een aanstekelijke lach en een vertrouwen in het goede van de mens. Het soort vertrouwen dat behouden is aan haar leeftijd. Jong als ze is, gelooft Jen dat Richard van haar houdt, dat zijn vrienden haar respecteren en dat als ze aardig is tegen mensen, zij aardig tegen haar zullen zijn. Als Stan zich echter aan haar opdringt en Dimitri het niet lijkt te interesseren, heeft ze geen idee hoe ze met de situatie om moet gaan. Na de verkrachting en het wegkijken gaat ze er van uit dat Richard haar zal helpen. Ook dat blijkt een misvatting. Maar ook de mannen hebben het mis. Hoewel zo’n twintig jaar ouder onderschatten ze Jen volkomen. Ze zijn ervan overtuigd dat ze, want goed in dat ene ding, nergens anders goed in kan zijn.
Hoewel het verhaal niet zo origineel is en het uitgeklede plot met maar vier personages niet kaler kan zijn, is de uitwerking van dat thema hier geweldig. Regisseur Coralie Fargeat rekent meteen af met de clichés van het genre: de verkrachting zelf wordt slechts gesuggereerd en blijft daarna ook niet meer hangen bij Jen. Haar focus ligt op overleven. Verlaten in de woestijn, afschuwelijk gewond, weet ze dat de mannen achter haar aan komen om hun misdaad te verbergen. Hier is die woestijn ook een personage, een wereld die totaal vervreemdend werkt en waar voor de Westerse mens geen plaats lijkt. De helletocht van Jen krijgt iets mystieks. Fargeat gooit de logica al snel overboord, maar dat versterkt juist de allegorische kracht van dit wraakverhaal. Daarin is ook plaats voor een psychedelische scene waarin Jens extreme lijden en oeromgeving waarin ze verkeert, leidt tot een catharsis. Als een Phoenix herrijst ze uit de dood.
Op die manier moet je ook naar de film kijken. Een mythisch wraakverhaal waarin realisme plaats maakt voor spektakel en heel veel bloed. Fargeat weet de spanning uitstekend te beheersen en Lutz brengt precies de juiste mix van onbeholpenheid en woede in de centrale rol. Ik werd wat afgeleid door acteur Kevin Janssens, die als Jens vriend charismatisch maar ook meedogenloos is. Ik ken hen namelijk als de labiele drugsrunner Jurgen van Kamp in Undercover en Ferry, een rol die totaal anders is.
Coralie Fargeat, wiens tweede film The Substance nu in bioscopen draait en ook met veel enthousiasme is onthaald, voegt zich in een gezelschap van Franse vrouwen die heftige horrorfilms maken over maatschappelijke en feministische onderwerpen. Vrouwelijke stemmen die zich afwenden van de mannelijke kijk op genrefilms en er een eigen draai aan geven. Julia Ducournau is de bekendste, met Raw (2016) en Titane (2021) als resultaat. De thematiek van Ducournau is nog wat heftiger, al overtreft Fargeat haar in het aantal liters bloed. Ik moest ook denken aan Amer, de prachtige ode aan de giallofilms waarin de inhoud volledig wordt verdrongen door de zintuiglijke stijl, en aan Mandy. De nadruk op het lichaam en de fysieke transformaties daarvan doen ook sterk denken aan het ouvre van David Cronenberg.
Wat natuurlijk wel de grote vraag blijft is of Revenge er anders uit had gezien en Jen anders gekaderd als slachtoffer/wraakengel als de regisseur een man was geweest. Of is het feit dat dit niet zo is al voldoende om als feministisch statement te gelden? Ze had wat mij betreft nog wat verder mogen gaan. Ik heb begrepen dat ze dat met The Substance ook heeft gedaan.