Rating:
Met Brody uit de weg kan Carrie vol het gevecht aan met haar vijanden en met haar eigen demonen. De vijanden zitten nu in Afghanistan waar ze de leiding heeft gekregen van het CIA-station in Kabul (en later in het Pakistaanse Islamabad). Ze is jarig en krijgt cake van haar collega’s. Maar niet voordat ze het akkoord heeft gegeven voor een drone-aanval op een trouwerij waar de Talibanleider Haqqani aanwezig is. Althans, dat zou zo moeten zijn. Maar Haqqani is niet dood en wel heel boos. Die woede drijft de plot van dit seizoen voort.
Carrie is zowel heel goed in haar werk als zeer instabiel. Een combinatie die in het echt nooit tot een CIA-functie zou leiden, laat staan een leidinggevende, maar in Homeland kan het. Gelukkig wel. Juist door haar onvoorspelbaarheid, gedrevenheid en vreemde keuzes zuigt Clare Danes me mee in haar bizarre avonturen. Al rekt ze het geloof wel flink op met haar aanpak van Aayan, de neef van Haqqani die Carrie dichterbij het doel kan brengen. Ondertussen heeft collega Quin een existentiele crisis. Hij vraagt zich af of het allemaal nog wel zin heeft en drinkt zich lam aan het zwembad. Gelukkig komt hij daar uit en hij vertrekt naar Pakistan om Carrie te steunen. Vanaf dat moment loopt het echt uit de hand. De Pakistaanse inlichtingendienst, die officieel op een lijn zit met de CIA, heeft sympathie voor Haqqani. Die dubbele agenda, gecombineerd met een Amerikaanse hoogleraar die chantabel blijkt, leidt uiteindelijk tot een gruwelijke aanval op de Amerikaanse ambassade.
Ook Saul speelt een belangrijke rol. Wat hem overkomt is ongeloofwaardig maar wel spannend en aangrijpend. Seizoen 4 mist de kernachtige plot van 1 (waarin er meesterlijk gespeeld werd met de schuld cq onschuld van Brody) maar maakt dat goed met spanning en actie. Het enige minpunt (naast een ongeloofwaardige toenadering tussen Carrie en Quinn) was de slotaflevering. Daarin gebeurde eigenlijk niets en het leek vooral een prequel voor seizoen 5. Een seizoen dat ik toch weer met hoge verwachtingen ga bekijken.