Het debuut van regisseuse Marleen Gorris trok in 1982 nogal de aandacht. Ze won er een Gouden Kalf mee en ook buiten Nederland had de film veel succes. De stilte rond Christine M. is een feministisch pamflet in de vorm van een psychologische thriller over drie vrouwen (Edda Barends, Nelly Frijda en Henriëtte Tol) die elkaar niet kennen en op klaarlichte dag een boetiekeigenaar vermoorden. Dat ze het gedaan hebben is nogal duidelijk, maar waarom ze het gedaan hebben is een raadsel. Geen whodunnit maar een whydunnit. Het is aan een vrouwelijke psychiater (Cox Habbema) om dat te onderzoeken. Of specifieker: zijn ze toerekeningsvatbaar? De inspecteur van de rechter-commissaris weet zeker van niet: die vrouwen zijn stapelgek. Normaal denkende vrouwen vermoorden immers niet ‘zomaar’ een man. Maar dat label zou iedereen ook ontslaan van de plicht na te denken over het motief. Dat kan er toch niet zijn?

Gorris maakt dus direct duidelijk wie het gedaan heeft. De moord wordt echter pas later getoond, in meerdere flashbacks. Daarbij filmt ze de boetiek in totaalshots, maar zodra de drie dichter bij de eigenaar komen zoomt ze in en maakt de kijker deelgenoot van de ervaring. Alsof ze wil zeggen dat dit ook op allerlei andere plekken had kunnen gebeuren. Daarvoor heeft ze tijd ingebouwd om de drie vrouwen en de psychiater die ze moet onderzoeken te introduceren. Vrouwen die wegkwijnen in een liefdeloos huwelijk, zonder echt contact en met als enige doel het huishouden en de kinderen. Vrouwen die door hun man verlaten zijn en slecht contact met de kinderen hebben, maar zich best redden (zeggen ze zelf). Werkende vrouwen die tijdens hun werk bespot, genegeerd, gekleineerd en onderbetaald worden. Dat geldt voor de drie daders maar tot op zekere hoogte ook voor de psychiater. Dat is een hoog opgeleide zelfstandige vrouw die prima voor zichzelf op kan komen, maar ook zij loopt tegen muren van onbegrip aan. Als ze zich volgens haar man, een schijnbaar zeer redelijke advocaat, iets teveel in de zaak vastbijt, krijgt ze de vraag of ze wel aan zijn reputatie gedacht heeft. Zo laat Gorris in een opeenstapeling van details en opmerkingen zien hoe de vrouwen keer op keer en stelselmatig in een hoek gezet worden. Net zolang totdat de bom barst.

Natuurlijk is er in veertig jaar veel verbeterd aan de positie van de vrouw, maar het kleineren bestaat nog steeds en #metoo en toxic masculinity laten zien dat ook seksisme en intimidatie nog zeer actueel zijn. De stilte rond Christine M. werkt dan ook op twee fronten. De film schetst een prachtig documentaireachtig tijdsbeeld van het grauwe Amsterdam van 1982, vol graffiti, sterke drank en sigaretten, corduroy banken en het beton van nieuwbouwflats en de Bijlmerbajes. Maar het is ook een pamflet dat veertig jaar later nog messcherp is.