Het gezin van de rijke industrieel Tom Gruneman zit bijeen en ze hebben het goed, ergens in Pennsylvania. In het midden zit een zwijgzaam man die dit alles met een glimlach aanschouwt. Deze John Klute (Donald Sutherland) is geen familie maar het voelt bijna wel zo. Hij is Grunemans beste vriend en toevallig ook politieman. In de volgende scene is Gruneman ineens van de aardbodem verdwenen en wordt Klute door de FBI ondervraagt. Dat onderzoek leidt echter tot niets en een half jaar later wordt Klute door Grunemans collega Peter Cable ingehuurd om de verdwijning te onderzoeken. Gruneman heeft erotische brieven achtergelaten, gericht aan een callgirl in New York. Deze Bree Daniels (Jane Fonda) is het eerste aanknopingspunt van Klute. Hij huurt Bree in om hem mee te nemen in de onderbuik van New York, in de voor haar vertrouwde nachtelijke wereld van misdaad, prostitutie en drugs (in de traditie van de hard-boiled detective). Bree gaat die wereld door de ogen van Klute zien en raakt in verwarring. Ondertussen komt de moordenaar, die voelt dat Klute hem in het vizier gaat krijgen, in het nauw en onderneemt actie.
Hoe interessant ook, de plot is toch vooral bijzaak en dient als kapstok om een sfeer van dreiging, ontheemding en vervreemding neer te zetten. Klute is de eerste van wat later de paranoia trilogy genoemd zou worden, van regisseur Alan J. Pakula. De andere twee zijn The Parallax View (1974) en All the President’s Men (1976). Pakula wist in de films een unheimische wereld op te roepen waarin individuen machteloos lijken tegen anonieme dreigende krachten. Hij nam de film noirs uit de jaren 40 als basis en legde daar een laag grotestadsparanoia overheen. In Klute is New York de enorme stad die mensen op dreigt te slokken en waarin ze tenondergaan in machteloosheid en eenzaamheid. Als ze thuiskomt, sluit Bree zichzelf direct op in haar appartement, de wereld buitensluitend. Op die momenten is ze de controle die ze zegt te hebben over haar klanten volledig kwijt.
Jane Fonda stond toen al bekend als een feministe en ze had twijfels of het wel ok was om een callgirl te spelen. Ze wilde afstand nemen van haar aan de ene kant brave en aan de andere juist sexy rollen in films als Barefoot in the Park, Cat Ballou en Barbarella. Ze was een echte en goede actrice en het werd tijd dat te bewijzen. They Shoot Horses, Don’t They? was al een sterke eerste poging, maar in Klute zet ze nog een tandje bij. Ze vroeg Pakula overigens wel om de rol aan Faye Dunaway te geven, omdat ze ervan overtuigd was dat ze niet geloofwaardig was als callgirl. Pakula stond er echter op dat ze doorzette. Gelukkig maar.
Fonda is fantastisch als de zoekende Bree, een vrouw die zich laat betalen voor seks en aan haar psychiater uitlegt hoe fijn ze dat vindt omdat ze dan de controle heeft. Tegelijk probeert ze ook uit de business te stappen en een acteerbaan te vinden. Helaas lijkt ze verslaafd aan haar huidige leven, niet alleen vanwege het makkelijke geld, maar ook omdat ze erin kan verdwijnen. Numb kan zijn, zoals ze zelf zegt. Bij haar personage speelt seks weliswaar een grote rol, maar sexy is ze niet. Ze speelt een spel met haar cliënten en maakt zichzelf wijs dat dit een prima manier is om het leven aan te kunnen. Als ze een band krijgt met John Klute begint alles te schuiven en ze weet niet wat de toekomst gaat brengen. Fonda won een Oscar voor beste actrice en tal van andere prijzen voor haar rol. Terecht. Fonda maakt van Bree een personage dat egoïstisch en gevoelig is, lelijk en mooi, vastberaden en besluiteloos, in control en machteloos.
DP bij Klute was Gordon Willis, die de cameravoering van de film noir en het klassieke Hollywood de moderniteit in bracht. Hier, maar ook voor Francis Coppola (The Godfather I, II en III) en Woody Allen (oa Annie Hall en Manhattan). Pakula huurde hem ook in voor de andere films in zijn trilogie. Willis gaat zo ver dat het zwart vaak overheerst en het oog als vanzelf naar de acteurs en de locaties getrokken wordt. Hij maakt hier veel shots van bovenaf waarbij hij Fonda weet te vangen in het kader, soms zo suggestief dat alleen dat beeld al enorm veel spanning oproept. Hij weet meesterlijke composities in widescreen te maken waarbij het duister een plek wordt waarin personages verdwijnen en ook weer uit opduiken. Echt veel gebeurt er niet in de film, op een kleine achtervolging na en een kort gevecht. Er wordt vooral veel gepraat. En gezwegen. Klute zou je als een neo-noir kunnen zien maar dan zonder de suggestieve spanning en tough talk, zoals die in dat genre gebruikelijk was. De zoektocht naar een verdwenen personage, een verdacht bedrijf of een moordenaar werd in neo-noirs en thrillers van de jaren 70 veel realistischer. Pakula was met Klute de eerste en zou er dus nog twee maken. Arthur Penn deed met Night Moves iets vergelijkbaars, net als Robert Altman in The Long Goodbye, Coppola in The Conversation en Sydney Pollack met Three Days of the Condor. Thrillers waarin ruimte was voor twijfel en het heldendom ver weg was. Ook nieuw was belangrijke rol die technologie in veel van deze films speelde. Fotocamera’s, verrekijkers, geluidsapparatuur. Hier in de vorm van een kleine bandrecorder die op cruciale momenten opnames heeft gemaakt en zo getuige is van wat verborgen had moeten blijven.
Bewijs heb ik niet maar het lijkt me dat Pakula vroege films van Dario Argento gezien heeft. Met name The Bird with the Crystal Plumage, met de muziek van Ennio Morricone. De suggestieve spanning die Argento en Morricone op weten te roepen, was nieuw voor Hollywood. Pakula lijkt er door geïnspireerd en hij weet het, door de sterke acteurs, ook verder te brengen. Tegelijkertijd is hij niet bezig om een hardcore thriller te maken. Daarvoor staan de gesprekken tussen Bree en haar psychiater en de relatie met Klute teveel in de weg. Klute is een hybride film die elementen combineert tot iets nieuws. De term psychological thriller is vaak gebruikt om films te duiden, vaak ten onrechte, maar hier is hij helemaal op zijn plaats. Een genrefilm die ook sociaal commentaar levert, aan psychologische duiding doet en de positie van de vrouw becommentarieert. Bree weet niet wat de toekomst brengt, maar het lijkt haar sterk dat ze die samen met Klute tegemoet treedt. Omdat ze zich dan kwetsbaar voelt door haar gevoelens voor hem maar ook vanwege de veranderingen die een relatie teweeg zou brengen. Ze sluit af met een quote die veel zegt over haar maar ook over de veranderende rol van de vrouw:
‘I know enough about myself to know that whatever lies in store for me, it’s not gonna be setting up housekeeping with somebody in Tuscarora and darning socks and doing all that. I mean, that’s just… I’d go out of my mind.