Ik was vrijwel alles vergeten van 10, de mannelijke menopauze-komedie van Blake Edwards. Op twee dingen na: Bo Derek die in slow-motion over het strand jogt in badpak en seks met diezelfde Derek op de Bolero van Ravel. Een muziekstuk dat dé ideale seksuele soundtrack werd voor mannen (en vrouwen) van middelbare leeftijd die een vervlogen jeugd wilden heroveren, in een tijd dat Viagra en AIDS nog niet bestonden. Een ideaal dat waarschijnlijk niet bewaarheid werd, maar alleen het beeld was al voldoende.

Tegenover die iconische beelden staat een flinke dosis slapstick: Dudley Moore die door een bij in zijn neus wordt gestoken, van een steil ravijn valt terwijl hij pijnstillers slikt, zes vullingen krijgt en nauwelijks meer kan praten, zijn voeten verbrandt op een heet strand en die de orgies van zijn buurman bespioneert met zijn telescoop. En de keurige Julie Andrews die diezelfde buurman de vinger geeft als hij zijn telescoop gebruikt om haar te bespioneren. Die slapstick zit 10 wat in de weg, hoe grappig het soms ook is, omdat de film ook iets te vertellen heeft. Een boodschap die destijds enorm binnen kwam bij het grote publiek.

Het najagen van een fantasie, het verlangen om jong en aantrekkelijk te blijven en de angst om ouder te worden zijn zaken waar iedereen mee te maken heeft en Edwards onderzoekt dit met een scherp oog en met een vinger aan de pols van de tijd. De succesvolle Oscarwinnende componist George Webber heeft alles. Een mooi huis in de Hollywood Hills, een stabiele, liefdevolle relatie met de gescheiden musicalster Samantha Taylor (Julie Andrews), een rijke vriendenschare, een Rolls Royce, een butler. Maar ook hij kan niet voorkomen dat de tijd voortschrijdt. Hij haat het idee om 42 (wat voor mij al weer jong klinkt) te worden. Als hij de betoverende Jenny (Derek) ziet, raakt hij door haar geobsedeerd. Hij achtervolgt deze pasgetrouwde, tot zelfs in Mexico, waar ze op huwelijksreis is. De verbijsterde en boze Samantha snapt er intussen niets van en staat op het punt hem te dumpen.

Edwards heeft een voorliefde voor platte humor maar ondanks de talenten van Dudley Moore blijven vooral de ingetogen momenten en verbale samenspel tussen de personages hangen. Het gekibbel tussen George en Samantha over de betekenis van een “mokkel” (broad) is een van de hoogtepunten van de film, net als Moore’s lange pianosolo, die uit het niets komt maar het verhaal onverwachte diepte en emotie geeft. De gesprekken met een fijnzinnige barman (Brian Dennehy) en een melancholische alleenstaande vrouw (Dee Wallace) leveren ook een aantal mooie scenes.

10 maakte van Moore en Derek sterren en hoewel Moore in latere jaren nogal doorsloeg met de humor (vooral zijn dronken act), weet hij hier van zijn personage een vertederende man te maken die gewoon de weg wat kwijt is. Hoewel het volstrekt ongeloofwaardig is dat hij ook daadwerkelijk in bed belandt met Bo Derek, gebeurt dat hier uiteraard toch. Dit is een modern sprookje waarin George Webber de held is en Jenny zijn prinses. Een held die stuntelend door een crisis gaat en ondanks de Bolero een groot fiasco maakt van de seks met die prinses. En dat in een tijd waarin Playboy op zijn hoogtepunt was en impotentie en frigiditeit onderwerpen waren die vooral gemeden moest worden. Ook Andrews is uitstekend als de geduldige maar ook geëmancipeerde partner die haar eigenwaarde niet wil verliezen. En hoewel Derek (die twee jaar eerder al debuteerde met Orca) niet gecast is voor haar acteerkwaliteiten, weet ze een snaar te raken met haar pleidooi voor vrije liefde en casual seks. De zelfverzekerdheid en vanzelfsprekendheid waarmee ze dit uitdraagt, kan George Webber niet bevatten. Daardoor is hij inderdaad ineens die man van middelbare leeftijd.

Ik had een aantal jaren later als 14-jarige zelf deze poster van Bo Derek in mijn kamer hangen. Ook voor mij als onzekere puber was ze een 10, zo sterk had dat beeld beklijft.