Het megasucces van Google in het afgelopen decennium lijkt te bewijzen dat mensen niets liever doen dan zoeken op het internet. Maar dat is natuurlijk niet waar. Ze willen vinden. En om te vinden moet je eerst een vraag hebben. Gezien het aantal zoekopdrachten dat per seconde het web wordt ingeslingerd zijn er vragen genoeg, maar volgens mij is dat vooral bij gebrek aan beter. Immers: als je weet waar het antwoord op je vraag te vinden is heb je Google niet nodig. Maar er is nog een belangrijker reden waarom er zoveel gebruik wordt gemaakt van dat ene zoekvenster: mensen zijn lui. Als je tien seconden nadenkt over je vraag weet je vast wel waar je moet zijn. Sterker nog, je weet eigenlijk al waar je heen wilt. Toch gebruiken miljoenen webgebruikers eerst een zoekvenster en een resultatenpagina om daar te komen. De linklijst (Startpagina bijvoorbeeld) is door Google vervangen als de universele startpagina die als springplank dient om het internet op gaan.

Maar hoe zou deze surfervaring zijn als alle websites die er zijn al direct in je browserscherm staan? Als de lege zoekbox, die gevuld moet worden met een relevante zoekterm, vervangen is door een grid met miljoenen previews van websites waar je doorheen kunt dwalen? Dat klink weliswaar bizar maar met Pivot, een nieuwe applicatie van Microsoft, kom je een heel eind.

Je kunt ermee door grote aantallen objecten heen browsen, op een intuïtieve manier, door in en uit te zoomen en selecties te maken. Als startvenster voor het complete internet is het weliswaar niet geschikt, maar de set aan objecten waarmee je kunt werken kan wel enorm groot zijn. Zo heeft het ontwikkelteam een proef gedaan met 2,3 miljoen artikelen uit Wikipedia en die omgezet in een vloeiend te bekijken en te filteren collectie. Het interessante aan Pivot is dat je echt aan het ontdekken bent, verbanden gaat leggen en patronen gaat zien. In plaats van via een zoekterm naar een pagina of object te gaan en via een nieuwe zoekterm weer naar een andere, scoll je nu door een hele serie heen en koppel je pagina’s en objecten aan elkaar die eerder niet gerelateerd leken.

Niet alleen voor het NAi, maar voor de hele museum- en erfgoedsector is het een zeer interessante manier om de eigen collectie te ontsluiten en bezoekers een veel rijkere ervaring aan te bieden dan een zoekveld en een resultatenlijst. Laat bijvoorbeeld alle pentekeningen zien die tussen 1800 en 1920 gemaakt zijn van kunstenaars A, B en C, of toon alle maquettes van architecten A en B die gerestaureerd zijn en een geolocatie hebben, of laat alle schilderijen zien waarin een bepaald pigment is gebruikt en die in Noord-Nederland zijn gemaakt.

Nu alleen nog even zorgen voor een volledig gedigitaliseerde en geannoteerde collectie.