Hop, gewoon allemaal tegelijk. Dat kan prima want hoewel elk seizoen wel een ander hoofdthema heeft, is Peaky Blinders toch vooral een heel consistente en wat monotone serie. De Shelby familie wordt weliswaar steeds rijker maar de leden blijven vooral hetzelfde. Als ze overleven althans. Met voorop de immer coole Tommy Shelby, de man met de visie en de hersenen maar ook de man die zijn verleden niet van zich af kunnen schudden en niet in staat is om gelukkig te zijn.

Met op de achtergrond de staalindustrie in Birmingham in de periode 1919-1929 schetst Peaky Blinders het verhaal van de familie Shelby die met harde hand de buurt in z’n greep houdt en met schimmige deals, afpersing, het gokken op paardenraces en af en toe een moord steeds welvarender wordt. Zoals zo vaak gebeurt in gangsterfilms en series zijn de bad guys hier ook de good guys: op papier zou je niks te maken willen hebben met deze meedogenloze, gewelddadige en cynische types, maar op het scherm leef je vooral mee met hun avonturen. De familie Shelby is fictief maar er bestond wel een gangstergroep die zich Peaky Blinders noemde, al waren ze zeker niet zo invloedrijk als de Shelbys. Ook gangster Billy Kimber en zijn Birmingham Boys, de Sabini gangsterfamilie, vakbondsleider Jessie Eden, de Billy Boys en de Britse fascistenleider Oswald Mosley hebben echt bestaan. Allen krijgen te maken met Tommy, die dit rijk met ijzeren hand in zijn greep houdt. Al gaat er ook wel eens echt iets mis en overleven ook niet al zijn gezinsleden. Hoe hij dit precies doet, wordt echter nooit duidelijk. Er is liefde en kameraadschap in deze familie maar als kijker blijf je ook voortdurend aan de buitenkant. Er gebeuren heftige dingen maar echt geraakt wordt je nooit. De serie is vooral heel cool, ziet er heel vet uit en er wordt ook sterk geacteerd. Met voorop Cillian Murphy. Wat een rol.

Peaky Blinders kijkt dan ook heerlijk weg maar mist wat mij betreft wat finesse in de karakters en het verhaal.