Michael Keaton staat weer in de schijnwerpers. Als Birdman is hij de grote favoriet voor de Oscaruitreiking komende zondag. De acteur speelt een versie van zichzelf, als de naar zingeving zoekende Riggan Thomson die twintig jaar geleden drie keer een superheld speelde en sindsdien in de vergetelheid is geraakt. Een fantastisch staaltje typecasting van een acteur die weet wat het is om van de radar te verdwijnen.
Toen Tim Burton met het nieuws kwam dat hij Michael Keaton had gecast in de hoofdrol voor zijn langverwachte Batmanfilm, was het geschreeuw van fans niet van de lucht. Keaton was bekend als komiek en dat imago botste frontaal met dat van de dodelijk serieuze held uit de stripserie. Maar Keaton bleek een revelatie. Hij wist zowel de charismatische en de onzekere kant van zakenman Bruce Wayne over te brengen als de meedogenloosheid van diens alter ego Batman.
De film bleek een gigantisch succes en een vervolg kon niet uitblijven. Ook Batman Returns (1992) trok veel publiek en een nummer drie leek een kwestie van tijd. Maar dat gebeurde niet. Batman Forever (1995) en Batman & Robin (1997) werden wel gemaakt, maar zonder Keaton. Zelfs de voorgestelde gage van 15 miljoen dollar kon de acteur niet over de streep trekken. Omdat hij zeer goed verdiend had met de eerste twee films had hij ook de ruimte om die beslissing te nemen. Hij verdween uit het zicht om nu, twintig jaar later, weer op te duiken.
Dubbele bodems
Zijn succes en de stilte daarna bieden een fantastische parallel met de carrière van Riggan Thomson in Birdman. Omdat het echte leven in dit geval volledig synchroon loopt met de gedramatiseerde versie in de film, komt de kritiek die regisseur Alejandro González Iñárritu ermee uitoefent veel harder aan. Birdman zit vol dubbele bodems over wat echt is en wat geacteerd. Het acteren in Riggans toneelstuk, waarin hij zelf de hoofdrol speelt, staat naast dat in de film en weer naast Keatons eigen leven. Thomson wordt steeds toegesproken door zijn eigen alter ego, de superheld die wil dat hij stopt met deze onzin en een vervolg maakt op Birdman 3. Het is alsof acteur Keaton op datzelfde moment de stem van zijn eigen donkere held hoort. De heersende obsessie in Hollywood met superhelden en het volledig uitbannen van risico die daarmee gepaard gaat, zingt door in deze scenes.
Michael Keaton (5 september 1951, Forest Grove, Pennsylvania) studeerde ooit aan de Kent State University maar koos al snel voor een tv-carrière. Hij begon in Pittsburgh als manusje van alles bij de kinderserie Mister Rogers’ Neighborhood. Om zijn acteerambities kracht bij te zetten vertrok hij naar Los Angeles waar hij begon met rollen in onder andere Maude en All’s Fair. Rond die tijd veranderde hij zijn naam naar Keaton. Zijn vader was George Douglas en tot die tijd heette hij dus Michael Douglas. Maar er was een andere acteur die rond die tijd sterk op kwam: Michael, zoon van acteur Kirk Douglas. Die stond onder die naam al ingeschreven bij de acteursvakbond. Geïnspireerd door Buster Keaton, een groot voorbeeld voor de jonge acteur, werd het Michael Keaton.
In de tv-serie Working Stiffs en zijn eerste filmrol in Night Shift (Ron Howard, 1982), kon Keaton zijn komische talent laten zien. Keaton was hilarisch als de snel pratende plannenmaker Bill Blajowski in Howards film. Hij wist zijn imago als bijdehand mannetje uit te bouwen in de komedies Mr. Mom, Johnny Dangerously en Gung Ho. Maar zijn rol als Betelgeuse in Tim Burtons Beetlejuice bleek zijn grote doorbraak. Een personage dat zo energiek en aanstekelijk was en dat Keaton zo ijzersterk neerzette, dat hij alle andere acteurs volledig wegspeelde. Omdat hij niet tot in de lengte der dagen grappige mannetjes wilde blijven spelen, veranderde Keaton van koers. Zijn rol als cocaïneverslaafde yup in Clean & Sober was echter zo radicaal dat zijn prestatie nu grotendeels vergeten is. Hij maakte nog een komedie, The Dream Team, voordat zijn leven een drastische wending nam met de Batmanfilms.
The Paper (Ron Howard, 1994) en de cultklassiekers Jackie Brown (Quentin Tarantino, 1997) en Out of Sight (Steven Soderbergh, 1998) waren uitschieters in een carrière die na 2000 in een vrije val leek te raken. De films werden steeds obscuurder en voor het grote publiek leek het alsof Keaton van de aardbodem was verdwenen. Dat leek hij zelf wel best te vinden. Keaton bezit een ranch in het afgelegen Montana en daar was hij het grootste deel van het jaar te vinden. Tot een jaar of twee geleden. Ineens was Keaton met drie films bezig. De remake van Robocop (2014) en de verfilming van het racespel Need for Speed (2014) waren commerciële successen en toonden aan dat hij weer terug was. Maar het was die derde film dat jaar die hem echt terug op de kaart zette. Birdman werd jubelend ontvangen door de critici en de film kreeg maar liefst negen Oscarnominaties. Waaronder die van Beste Acteur voor Keaton. In een interview met Variety heeft hij gezegd dat hij de laatste twee jaar weer echt lol in acteren heeft gekregen. Terugkijkend op de hoogtepunten van deze altijd pratende acteur is het te hopen dat die lol nog even blijft.