Ik had na afloop van seizoen 1 het gevoel dat de makers dit nooit meer zouden gaan verbeteren. Een tweede was onvermijdelijk, maar waarheen leidt het pad dan van de gedoemde lovers Carrie en Nick?
Gedurende seizoen 2 komt die vraag steeds terug en lang niet altijd met een duidelijk antwoord. De twee zijn tot elkaar veroordeeld maar als kijker denk ik toch vaak dat er nu wel erg onlogisch gehandeld wordt. Dat Carrie een ongeleid, zij het briljant, projectiel is binnen de FBI is evident. Maar haar acties gaan soms zo tegen de regels, tegen de concensus, tegen het gezonde verstand in, dat het lastig is mee te leven. Lastig, maar niet onmogelijk. Claire Danes slaagt er uiteindelijk elke keer in om me mee te slepen in haar wonderlijke gedrag. Zij wel. Nick Brody is een groter probleem. Dat hij inmiddels lid is van het Congres en klaargestoomd wordt voor het vicepresidentschap is tot daar aan toe. Dat hoort bij zijn nieuwe heldenrol. Maar in tegenstelling tot Claire Danes heeft Damian Lewis meer moeite me voor hem te winnen. Die dubbelzinnigheid hoort bij zijn personage maar vaak komt hij te berekenend en koel over. Toegegeven, het is ook vreselijk moeilijk om al die ballen in de lucht te houden en zowel Carrie als de FBI, de vicepresident, zijn vrouw en kinderen en Abu Nazir en consorten tevreden te houden. Lewis/Brody komt er bijna niet meer uit. De momenten dat hij breekt, tijdens een intense en schitterende ondervragingsscene met Carrie of in een laatste confrontatie met zijn vrouw, zijn dan ook zijn sterkste. Zo ontstaat er gedurende dit seizoen wat wrijving tussen dat gedrag van de hoofdpersonages en de intense en vaak zeer spannende verwikkelingen. Gelukkig komt alles aan het eind weer bij elkaar in een verzengend slot. En in de vorm van Saul Berenson heeft de serie een vaderlijk hart dat alles bij elkaar houdt. Als Saul in de hartverscheurende finale zijn doodgewaande protegee weer terugziet, is het onmogelijk als kijker niet net zo’n brok in je keel te krijgen als hij.