Radar, marifoon, ATF, GSM, UMTS, Skype, Whatsapp, G4. Binnenvaartschippers hebben een lange traditie als het gaat om hun bereikbaarheid. Ze moeten wel. Ze zijn altijd onderweg en kunnen dus geen lijntje prikken met de ‘wal’. Maar ze moeten wel een bedrijf runnen. Daarom hebben ze veel over voor hun bereikbaarheid en willen ze alles wel proberen. Maar wet- en regelgeving zijn taaie tegenstanders. Of een telecomprovider die je dupeert.
Bureau Telematica is een adviesbureau dat het gebruik van ICT in de binnenvaartsector bevordert. Projectleider Nick van Haag: “Omdat schippers altijd onderweg zijn staan ze bekend als early adopters van nieuwe communicatietechnieken. Schippers werkten al mobiel toen geen Nederlander eigenlijk wist wat dat was. De tijd dat schippers alleen via de marifoon met elkaar praten, op kanaal 77, ligt ver achter ons. Daarin hebben ze een lange en dure weg afgelegd. Dat begon in de jaren tachtig met de eerste autotelefoons, de ATF serie. Peperdure apparaten, maar ze werden al op grote schaal in de binnenvaart gebruikt toen alleen bedrijfsdirecteuren er nog mee speelden.”
“De killer app voor de branche was de komst van e-mail. Dat heeft voor een revolutie gezorgd omdat de grote behoefte aan contact, zowel zakelijk als privé, via dit kanaal massaal en betaalbaar bevredigd kon worden. Zo’n negentig procent van alle schepen wordt bestuurd door gezinsbedrijven. Ze leiden een geïsoleerd bestaan en willen dus vaak en veel communiceren met andere schepen en met familie en kinderen aan de wal.”
“De binnenvaart is voor telecomaanbieders minder interessant omdat binnenvaartondernemers doorgaans hun maximale bundel voor mobiele connectie helemaal verbruiken. In tegenstelling tot walbewoners, die vaak grotere bundels inkopen dan dat ze verbruiken.” Er zijn eigenlijk maar twee serieuze aanbieders in deze markt: 4Com en Dekatel. Zij leveren de databundels, soms voor elk land een, waarmee schippers aan hun zakelijke verplichtingen kunnen voldoen. Maar waarmee ze ook hun e-mailverkeer onderhouden, Skypegesprekken voeren en actief zijn op social media. Alles wat mensen aan de wal ook doen. Bureau Telematica is daarnaast bezig een netwerk van wifi-spots aan te leggen in havens waarop schippers in kunnen loggen als ze stil liggen.
Waar verdient het bureau zijn geld mee?
Van Haag: “We doen vooral veel opdrachten voor Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat wil vlot en veilig scheepvaartverkeer. Het is beleid van de Nederlandse overheid dat onze binnenvaart een maximaal aandeel in Europa heeft. Nu is dat al de helft. De Europese overheden willen meer vervoer op het water. Het probleem is dat de wet- en regelgeving flink achter lopen achter bij de ontwikkeling van zinvolle ICT toepassingen voor deze sector.”
Er is een aantal standaarden dat ervoor moeten zorgen dat de binnenvaart soepel loopt. Op Europees niveau zijn die verzameld in de River Information Services (RIS). Een van die kerntechnologieën daarin is het Automatic Identification System (AIS). Van Haag: “Dat zorgt ervoor dat de positie en de identiteit van binnenvaartschepen altijd bekend is. Het is een zelfregulerend systeem. Elk schip roept in feite voortdurend heel hard hoe het heet en waar het zich bevindt. AIS is vooral bedoeld om aanvaringen te voorkomen maar wat wij nog wel eens zien is dat schepen het gebruiken om te navigeren. Maar daar is het niet voor geschikt. Blind varen op AIS kan ook niet. Dat kan alleen met radar.”
“Er ontstaat stroperigheid in dit veld omdat Europa de lidstaten heeft opgelegd om RIS te implementeren, maar niet heeft voorgeschreven hoe dit moet. Vervolgens kan iedere lidstaat in eigen tempo en op eigen wijze RIS implementeren. Er is geen centrale regie. Daarnaast zijn er ook nog de Riviercommissies die elk iets in de melk te brokkelen hebben. Overheden willen ICT toepassingen graag gecertificeerd zien. Met name de Duitse overheid heeft de neiging om de binnenvaart te willen reguleren. Denk aan certificering van elektronische kaarten en PC’s. Rivieren trekken zich niets van grenzen aan en voor schepen die daarop varen zouden er dus geen belemmeringen moeten zijn. Maar wat we zien is dat elk land een eigen RIS Portal gaat optuigen waar schippers hun informatie moeten halen. Die portals werken ook niet samen. Zeer onhandig. In een ideale situatie hoeven schepen zich maar eenmaal centraal te melden en kunnen dan van Rotterdam naar de Zwarte Zee varen zonder verdere verplichtingen en waarbij de identiteit, de positie en de lading toch centraal zijn vastgelegd. Dat is ook wat RIS voorschrijft maar tien jaar na de invoering ervan is één keer elektronisch melden nog ver weg.”
“In Nederland hoeven de meeste schepen alleen met Rijkswaterstaat informatie uit te wisselen. Dit gaat idealiter elektronisch, via het Binnenvaart Informatie- en Communicatie Systeem (BICS). Maar ook de douane en Waterpolitie willen soms informatie over of van een schip. De overheid heeft de uitwisseling van informatie tussen die organisaties echter slecht georganiseerd. Daardoor kan het gebeuren dat schippers dezelfde info meerdere malen moeten verstrekken terwijl die informatie al lang in een of ander overheidssysteem zit. De binnenvaart gaat nog veel groeien de komende jaren maar daarvoor moeten nog wel veel drempels weggenomen worden. Voorlopig zijn wij nog hard nodig.”