Er zijn ontzettend veel boeken en andere publicaties verschenen over Nederland versus de Indonesiers, in de onafhankelijkheidsoorlog die beide partijen tussen 1946 en 1949 uitvochten. Films zijn er echter nauwelijks. Terwijl dat toch de manier is waarop je een groot publiek mee kan voeren, je veel beter emoties aan kan boren dan in boeken en je kan helpen een mening te vormen over wat daar is gebeurd. Daarom alleen al is De Oost belangrijk. Tijdens de jaarlijkse herdenking van de Japanse capitulatie op 15 augustus werd er in Amsterdam een poging gedaan eerherstel te vragen voor kapitein Raymond Westerling. Deze commandant van de Speciale Troepen, die de Nederlandse regering in de jaren 1946-1948 inzette, voerde meedogenloze ‘zuiveringsacties’ uit op Sulawesi en later ook Java. In De Oost speelt hij een belangrijke rol. Soldaat Johan (erg sterke rol van Martijn Lakemeier) bewondert hem en sluit zich aan bij Westerlings elitetroepen.
De onafhankelijkheidsoorlog was uniek (al was de situatie met Frankrijk dat Indochina terug wilde vergelijkbaar) omdat Nederland de draad in haar kolonie Nederlands-Indië weer op wilde pakken, ervan uitgaand dat de bevolking ze met open armen zou ontvangen na de jarenlange Japanse bezetting. Maar die bezetting was slechts een voortzetting van een veel langere, door de Nederlanders. En ook van een veel langere wreedheid die al begon met de komst van de VOC, met Jan Pieterszoon Coen en later tijdens de Atjeh-oorlogen. Het is een verschil met de Vietnamoorlog, waarin de VS betrokken raakte (nadat Frankrijk haar kolonie in 1954 op had gegeven) omdat ze bang waren dat de Communisten daar de macht zouden krijgen en dat er meer landen zouden volgen (de dominotheorie). Maar naast dat verschil in achtergrond zijn er vooral veel overeenkomsten met Vietnam en de films die erover zijn gemaakt. Dat geeft De Oost iets clichématigs. De naieve en jonge soldaat die aankomt in een ver en broeierig land met een oorlog waar hij weinig van snapt: check. Het wennen aan die oorlog en het gehard worden in de strijd: check. Verliefd worden op een lokale prostituee en haar willen redden van al deze ellende: check. Goede bedoelingen die verloren gaan in de strijd om te overleven: check. Het terugkeren naar een land waar veel mensen niet op je zitten wachten: check. Films als Apocalypse Now, First Blood, Casualties of War, Platoon, Born on the Fourth of July, Full Metal Jacket en Coming Home hebben deze thema’s behandeld en hier komen ze terug. Erg is dat niet. Clichés zijn enorm belangrijk in films, zeker in oorlogsfilms. De meeste kijkers hebben immers nooit een oorlog meegemaakt dus dan helpen herkenbare thema’s zodat ze snappen waar ze naar kijken. Maar omdat De Oost dus een soort Nederlandse Vietnamfilm is, worden die films ook het referentiepunt. Daarmee verdwijnt het unieke van deze ‘dekolonisatieoorlog’ wel wat uit beeld.
De centrale rol van de omstreden Raymond Westerling (de ‘Turk’ genoemd) is wel bijzonder. Marwin Kenzari (Wolf, Instinct) leeft zich uit als de charismatische en vileine kapitein die geen tegenstand dult en toch iedereen voor zijn kar weet te spannen. Zijn personage is echter ook eendimensionaal, een man zonder twijfels of wroeging. Regisseur Jim Taihuttu weet goed een broeierige sfeer neer te zetten, met ook aandacht voor de schoonheid van het land. Het doet denken aan Apocalypse Now en The Thin Red Line, toch geen verkeerde referenties. Wat wel een probleem is, is het excessieve (Nederlandse) geweld. De gruwelijkheden van de oorlog en het meedogenloze bewind van Westerling moet je in beeld brengen, maar hier wordt dat zo uitgebreid gedaan dat het bijna wellustig wordt. De kant van de opstandelingen, op een scene in de rivier na, zie je niet. Tijdens de Bersiap was er immers ook extreem geweld door nationalistische Indonesiërs. Zo ontstaat het eenzijdige beeld van de gewelddadige en racistische Nederlander die zielige Indonesiërs afknalt in een land dat hij niet snapt.
Taihuttu heeft De Oost met heel veel moeite van de grond weten te krijgen en hij heeft m met de beste bedoelingen gemaakt. Dat maakt het des te tragischer dat zijn film niet dat evenwichtige meesterwerk is geworden dat hij voor ogen had. Tegelijkertijd moet je bewondering hebben voor zijn durf. Er ontstond direct een discussie of de film een correct historisch beeld geeft, met de voorspelbare uitersten die maken dat De Oost altijd wel ergens tekortschiet. Ook de rel rond de weigering van Femke Halsema om te spreken op de herdenking in Amsterdam bewijst maar eens dat deze onafhankelijkheidsoorlog tig jaar later nog steeds erg gevoelig ligt. Waar Taihuttu volgens mij wel in is geslaagd is het afleveren van een grote publieksfilm die Nederlandse kijkers, vooral jongeren, uitdaagt om over hun eigen keuzes na te denken. Volg je Westerling, al is het maar om het directe conflict uit de weg te gaan? Of volg je Johan?