4/5
Wat Camp X-Ray goed duidelijk maakt is de ijzeren grip waarin iedereen op Gitmo vast zit, de gevangenen maar ook hun bewakers. Hun leven is van een zeldzame monotonie en het bestaan van het kamp een politieke en menselijke fout van jewelste. Maar niemand op de basis kan daar iets aan veranderen. Zelfs de lichtste twijfel aan hun taak is dodelijk voor de moraal onder de soldaten. Dat wordt soldaat Amy Cole (Stewart) al snel duidelijk gemaakt. Ook wordt haar in niet mis te verstane bewoordingen uitgelegd dat contact met de gevangenen tot het minimum beperkt moet worden. Ze zouden maar onder je huid kruipen. De gevangenen zijn trouwens detainees, geen prisoners. Die laatste zouden onder de Geneva Convention vallen. Cole kwijt zich van haar taak, zo goed en kwaad als ze kan. Maar ze beseft langzaamaan dat ze van haar collega’s weinig begrip over haar twijfel hoeft te verwachten. Ook al heeft ze weinig opleiding, ze weet wel dat er hier iets goed mis is. Ali, gevangene 471, probeert contact met haar te maken. In zorgvuldig opgebouwde scenes lukt hem dat en ze beginnen een band te krijgen. Amy realiseert zich dat ze met deze ’terrorist’ veel meer gemeen heeft dan met de andere soldaten.
Die band tussen Amy en Ali is het hart van de film. Ali wordt gespeeld door Payman Moaadi (A Separation) en hij is ijzersterk. Hij trekt alle registers open om een gelaagd personage te creëren waarvan nooit duidelijk is wat hij echt denkt of gedaan heeft, maar wel een man is met gevoelens en liefde voor alledaagse dingen die hem tot een mens maken. Een mens dat beter verdient. In de scenes tussen Amy en Ali stoten ze elkaar af en trekken elkaar aan, allebei niet wetend waar dit gaat eindigen. Ali houdt van Harry Potter en dat leidt tot absurdistische gesprekken over de rol van Snape en het lange wachten van Ali op het laatste deel. Wat je op de film aan kan merken is dat de mogelijke schuld van Ali niet verkend wordt. Camp X-Ray richt zich op de band tussen twee mensen die op de verkeerde plek zitten.