Hugh Grant laat zien dat hij toch best wel kan acteren. Hij is Jeremy Thorpe, de grote hoop van de Britse Liberalen in de jaren zestig. Klein probleem: hij was homo. En daar schaamde hij zich niet voor. Hij zoekt het gevaar bewust op en morrelt aan de grenzen van wat kan, en niet kan.

Al kon er vooral veel niet, in een tijd dat homoseksualiteit nog strafbaar was. De affaire die hij beleeft met de jonge, nogal verwarde maar ook eerzuchtige Norman Josiffe (Ben Whishaw, de nieuwe Q in Skyfall en Spectre), vond plaats voor de Sexual Offences Act 1967. Thorpe wil er een eind aan maken maar Josiffe heeft daar geen zin in. Vooral omdat de door Thorpe beloofde insurance card maar niet komt. Maar in plaats dat die zijn beloftes aan zijn voormalige geliefde nakomt en hij de zaken netjes afhandelt, verzint hij een veel grimmiger aanpak om zijn ‘little rabbit’ uit zijn bestaan te verwijderen. Op die momenten wordt het verhaal echter nogal silly.

Omdat de perikelen rond Thorpe en Josiffe rond de politieke arena in Londen plaats vinden, doet de serie soms denken aan het originele House of Cards. Maar waar daarin de nadruk lag op het vileine karakter van Francis Urquhart, is Jeremy Thorpe zelf eigenlijk net zo’n tragisch figuur als zijn slachtoffer Norman Josiffe. Niet alleen blijkt die een stuk minder kwetsbaar dan gedacht, Thorpe is uiteindelijk een talentvol politicus die door zijn geaardheid nooit de kans heeft gehad tot volle wasdom te komen.