Het moordmysterie dat in de hoofdtijdlijn centraal staat, wordt ontrafeld door hoofdpersonage Darcy Hart (sterke rol van Emma Corrin). Dat gaat op een heel andere manier dan bij Agatha Christie of een film als Knives Out. Darcy doet dat met skills die zij beheerst: hacken. Deze serie voelt steeds als iets van nu maar ook als sciencefiction. Het hacken van een beveiligingscamera of een pacemaker, het van afstand besturen van een hi-tech omgevingspak, het gebruik van een LIDAR-scan om de bewegingen van mensen te volgen, het bouwen van slimme steden, het gebruik van geavanceerde robotica om volledig geautomatiseerde gebouwen te creëren, een persoonlijke assistent in de vorm van een hologram, een film die deels met AI is gemaakt. Ver weg maar ook dichtbij.

Darcy is de schrijfster van het veelgeprezen waargebeurde misdaadonderzoeksboek The Silver Doe. Ze krijgt een uitnodiging van tech-miljardair Andy Ronson (Clive Owen, fijn om die weer eens te zien) om deel te nemen aan een conferentie waar hij mensen uit verschillende kunst- en technologiegebieden samenbrengt om over de toekomst te discussiëren. Ze wordt naar een hi-tech hotel gevlogen dat Andy heeft gebouwd in een afgelegen deel van IJsland. Andy is getrouwd met de legendarische hacker Lee Andersen aan wie Darcy haar boek heeft opgedragen. Darcy is verrast als ze ook ontdekt dat één van de gasten Bill Farrar is, haar eerste liefde met wie ze heeft samengewerkt om een seriemoordenaar op te sporen die later het onderwerp van haar boek zou worden. De eerste avond kijkt ze door het raam van zijn kamer en ziet Bill sterven. Andy doet Bills dood af als een overdosis, maar Darcy is er zeker van dat het moord was. Ze besluit de technologische middelen om haar heen te gebruiken om het te onderzoeken. Terwijl Darcy Bills dood onderzoekt, worden er echter ook andere gasten in het hotel vermoord.

Deze serie positioneert zich stevig in de technologische revoluties van nu. Kunstmatige intelligentie wordt hier omarmd, maar er is ook zeker kritiek. Angst voor klimaatverandering en de sociale verwoesting die daar het gevolg van zijn, zijn hier vanzelfsprekend. Het is niet voor niks dat Andy zich ver van de bewoonde wereld heeft teruggetrokken. Dat terugtrekken in een fort en de nadruk op technologie als redder maar ook vijand doen denken aan de serie Devs en een film als Ex Machina. SF-werelden die je je voor kunt stellen, die zomaar echt zouden kunnen worden. Heel anders dan de ruimtereizen en de spaceships die vaak met het genre geassocieerd worden. De personages hier hebben aardse problemen. Problemen die door de groep die Andy bij elkaar heeft gebracht wellicht opgelost kunnen worden. Of zijn ze hier om de toekomst van de mensheid te verzekeren?

De tweede verhaallijn, die in flashbacks wordt verteld, is minstens zo interessant. Dat is de geschiedenis van Darcy en Bill die elkaar vinden in een fascinatie voor het onderzoek maar ook voor elkaar. Een geschiedenis die juist heel aards en warm voelt. De personages in de groep op IJsland zijn niet allemaal even goed uitgewerkt en de rol van de groep is daardoor minder relevant dan die had kunnen zijn. De ontknoping van A Murder at the End of the World en de onthulling van de dader vormen wel een prachtige climax. Hier worden sterke morele vragen gesteld over de technologische revolutie en onze controle daarover. Maar het grootste gevaar van de mens is toch nog altijd de mens zelf.