DE kerstfilm is voor mij nog steeds Die Hard. Een van de beste actiefilms ooit, waarin John McClane (Bruce Willis) op Christmas Eve een groep ‘common thieves’ (volgens Mrs. McClane, Bonnie Bedelia) het leven zuur maakt. Die hebben het personeel van de Nakatomi corporation gegijzeld, bovenin de gelijknamige toren. Die toren fungeert als snelkookpan voor het letterlijke en figuurlijke vuurwerk dat Willis ontketent.
De reden waarom Die Hard zo goed werkt is die waarom de films van Howard Hawks zo goed werken: zet een groep mensen met tegengestelde belangen bij elkaar in een kleine ruimte, gooi er wat peper in en voorzie de personages van een ijzersterk script. Voeg daaraan toe een van de beste villains ooit (een heerlijk cynische Alan Rickman) en je beseft dat alles klopt in deze actieclassic, die ik keer op keer kan herbeleven. En dan vallen ook de vele leuke details op: de Twinkies van agent Powell, de greep in de bak met Hershey bars door een van de overvallers, de playmate die McClane een aantal keer passeert in het onderhoudshuis, het model door Frank Lloyd Wright dat in Takagi’s kantoor staat, het neuriën van Beethoven’s Ode an die Freude door Alan Rickman en het schilderij van Edgar Degas in de kluis.
Fantastisch camerawerk ook van Jan de Bont. Die heeft goed opgelet en zou zes jaar later een poging doen John McTiernan te verbeteren. Hij kwam een eind met Speed, maar die film mist de finesse en bravoure van Die Hard.
Overigens heb ik wel ooit mijn ronde verloren tijdens mijn tv-debuut door deze film. Toen ik in 2000 meedeed aan het herstartseizoen van Voor een briefkaart op de eerste rang wist mijn tegenstander in de beslissingsronde al na 5 seconden dat het antwoord Die Hard moest zijn. We moesten zonder beeld maar met audio raden om welke film het ging. De oneliner die me de das omdeed was: That’s a nice suit Mr. Takagi. It would be a shame to ruin it…