Ik las onlangs het boek Bringing down the house, van Ben Mezrich. De subtitel, The Inside Story of Six MIT Students Who Took Vegas for Millions, geeft al een aardig beeld van de aantrekkingskracht ervan. Zelfs als je nix met gokken hebt is het verhaal van een groep wizzkids die met een ingewikkeld telsysteem bij blackjack een fortuin weten te verdienen een aantrekkelijk concept. Het boek was een wereldwijd succes, niet in de minste plaats omdat het als een trein leest, en een verfilming was een kwestie van tijd.

Die is er dan ook gekomen, onder de veel minder prozaische titel 21. Een drijvende kracht achter de totstandkoming van de film was Kevin Spacey, die Mezrich benaderde na het lezen van een artikel in Wired. Hij produceerde de film en treedt in de film op als Mickey Rosa, de MIT professor die een verleden als card counter heeft en nu als teamcaptain aan de touwtjes trekt. Ik was vooral benieuwd naar de verschillen met het boek, en die blijken talrijk. Er is flink geschrapt in de diverse plotlijnen en centrale aspecten van het boek zijn verdwenen. Deels is dat begrijpelijk, maar hier zijn de makers zover gegaan dat het karakter van Kevin, de held van het verhaal, een stuurloos type wordt waarvan je als kijker niet stapt waarom hij doet wat hij doet. Uiteindelijk loopt het hier ook allemaal te mooi af, en blijf je met een raar gevoel achter. De Hollywoodwetten zorgen hier voor desinteresse in plaats van vervoering. Het eerste deel is echter goed gedaan, met een typering van Kevin als een zeer getalenteerde maar ook saaie student die in een andere wereld belandt. En Kevin Spacey doet waar hij goed in is: een schmierende opportunist portretteren die venijnig uit de hoek kan komen.