Het is een beetje vreemd wellicht om de nieuwste van Ben Wheatley als uitnodigende folder voor een zomervakantie te zien, maar dat is wel een beetje zoals het gegaan is. ‘Die wil ik wel zien, want het gaat over een kampeervakantie in Engeland. En hij lijkt me ook wel grappig.’ Aldus Irene. Wetende dat deze constatering voor een deel waar is greep ik de kans dan ook met beide handen aan om Sightseers samen te gaan zien.
Maar als het eerste slachtoffer van Chris’ oncontroleerbare woede valt moeten we allebei toch wel even slikken. Wheatley deinst niet terug voor het tonen van gutsend bloed of als meloenen opengebarsten schedels, al slaagt hij erin de film nooit tot volbloed horror te maken. Daarvoor valt er gewoon veel te veel te lachen. Ondertussen krijgen we allerlei toeristische hoogtepunten te zien: het Crich Tramway Village (Derbyshire), de Blue John Cavern (Derbyshire), Fountains Abbey (North Yorkshire), Mother Shipton’s Cave (North Yorkshire), Yorkshire Dales National Park, Castlerigg Stone Circle (Cumbria), Honister Pass (Cumbria) en het fameuze Pencil Museum in Keswick.
Wheatley toont wederom (dat deed hij ook al in Down Terrace en Kill List) dat hij een meester is van het onverwachte. Hij mengt genres en negeert conventies waardoor een roadmovie ontstaat die even grappig als macaber is. De uitspattingen van het liefdespaar krijgen een vorm van vanzelfsprekendheid die je doen twijfelen aan je eigen normen en waarden. Ikzelf erger me ook wel eens aan het gedrag van mensen om me heen, en de oplossingen die Chris en Tina bieden lijken dan best logisch.
Maar weest niet bevreesd. Als wij komende zomer de North York Moors, de Yorkshire Dales en het Lake District doorkruisen zullen we ons inhouden en zeer mindfull onze ergernissen voor ons houden.