Als inwoner van Rotterdam is het zowel een genoegen als een ergernis te kijken naar het groepje kansloze automonteurs dat mee wil doen aan de marathon. Het genoegen schuilt in de vele herkenbare locaties. De ergernis ook maar dan omdat de makers weinig kaas hebben gegeten van continuïteit en logica als ze de mannen rond laten rennen door de stad. Vooral tijdens de wedstrijd zelf gaat het helemaal mis. Eerst zaten ze op de Nieuwe Binnenweg, daarna liepen ze door het Erasmuspark en nu strompelen ze ineens langs de Willemsbrug.
Maar mooie plaatjes levert het wel op. De film is verder zo subtiel als een olifant in een porseleinkast. Het acteerwerk is van dikhoutzaagtmenplanken, de personages zijn – om het zacht te zeggen – nogal eendimensionaal, de kerk wordt er weer eens met de haren bijgesleept en de humor is bij vlagen tenenkrommend. Maar dat geeft allemaal niet. Er blijft genoeg te lachen over, en als ik het even niet trek kan ik altijd nog naar de authentieke interieurs (die komen nog echt voor in deze stad) en de herkenbare plekken kijken. ‘Is dit nou in West of toch meer het Oude Noorden?’, zo vraag ik me geregeld af.