Als de zaallichten uit gaan in EYE, de openingscredits verschijnen en de fameuze score van Vangelis de zaal in stroomt, ben ik verkocht. Dan verdwijnt ook direct die immense legacy van Blade Runner (de beste SF-film ooit volgens velen) uit mijn hoofd en geef ik me over aan wat ik zie. Een film die uiterst precies en met ongelooflijke skills is gemaakt, maar ook een verrassend trage en kale film. Gewend geraakt aan het moordende tempo van moderne blockbusters met hun mitrailleurmontages en vele plotlijnen, is het wel even terugschakelen naar de normen van 1982.
Maar dan heb je ook wat. Blade Runner staat als een huis, ook in deze zoveelste versie. Wat mij betreft zijn al die cuts hetzelfde, op die allereerste na. Die voice-over van Deckard en het volledig misplaatste happy end moesten er echt uit. Met dat lage tempo en de kale plot weten Ridley Scott en zijn team wel een zeer gelaagde film te maken waarin ook vooral veel niet te zien is. Als kijker krijg je dan ook volop de ruimte om je eigen invulling aan die thema’s te geven. Wat vind ik zelf van het recht van een replicant op een langer leven, is iemand die een replicant maakt ook de eigenaar en almachtige beslisser over diens lot en hebben replicants recht op een liefdesleven? En waarom regent het altijd in het LA van de toekomst? Een film om van te genieten op allerlei niveau’s. Visueel (schitterend camerawerk van Jordan Cronenweth), auditief (Vangelis’ beste score), technisch (ik heb een boek gelezen over de effects en modellen van deze baanbrekende film waardoor me van alles opvalt) en filosofisch. Rutger Hauer is de kers op de taart. Zijn beste rol en een carrièredefiniërende performance. Machtig.