3.5/5 

Het is verleidelijk om Rainer Werner Fassbinders Welt am Draht (1971) als een lang verloren gewaand sci-fi-meesterwerk te zien. Het komt immers niet vaak voor dat een film van een erkend meesterfilmer die jaren niet gezien is, wordt gerestaureerd. Als het dan ook nog eens om een buitenbeentje in het oeuvre gaat, ligt verheerlijking van dit ‘unieke’ werk op de loer.

Het is inderdaad bijzonder dat deze tweedelige, voor de WDR gemaakt tv-film nu op dvd wordt uitgebracht en ook korte tijd in het Filmmuseum te zien is. Maar Welt am Draht is geen meesterwerk. De film duurt 205 minuten en hoewel hij voortdurend interessant is, weet Fassbinder die lengte niet echt te rechtvaardigen.
Toen de regisseur het op zich nam de sci-fi-roman Simulacron-3 van Daniel F. Galouye te verfilmen, fronsten de wenkbrauwen zich. Het filmmirakel Fassbinder had in korte tijd bewezen dat hij veel aankon op filmgebied, maar deze verkenning van een genre dat voor hem nieuw was en niet echt voor de hand lag, leek een stap te ver. Fassbinder, die in de roman een vehikel zag om de identiteitscrisis van de moderne wereldburger te becommentariëren, slaagde er echter ook hier in om zijn eigen stempel te drukken, waardoor Welt am Draht goed binnen zijn oeuvre past.

Virtual reality

Als professor Vollmer (Adrian Hoven), de uitvinder van een door de staat gefinancierde virtual reality-simulator, onder vreemde omstandigheden om het leven komt, neemt zijn assistent Fred Stiller (Klaus Lowitsch) diens plaats in. De computer kan toekomstige ontwikkelingen berekenen en simuleren, een eigenschap die ook commercieel benut moet gaan worden. Stiller komt erachter dat Vollmer iets ontdekt heeft dat hem tot waanzin dreef.
Als kijker besef je al snel dat de wereld waarin Stiller leeft, net zo goed virtueel is als de wereld die hij bestudeert, maar hijzelf ziet dit pas aan het einde van het eerste deel. Fassbinder weeft een indrukwekkend visueel tapijt rondom de zoektocht en uiteindelijk strijd van Stiller. In die visuele rijkdom zit dan ook de kracht van de film, niet in de plot, waarin Fassbinder nauwelijks is geïnteresseerd, de personages, waarmee hij je geen band laat krijgen, of een commentaar op de diepere betekenis van virtual reality, dat hij niet geeft.
Fassbinder wentelde zich vol genoegen in de mogelijkheden die Galouyes verhaal hem biedt om de wereld van Stiller te verbeelden. Om te beginnen togen hij en cameraman Michael Ballhaus naar de nieuw aangelegde modernistische buitenwijken van Parijs. De kille gebouwen en lege straten daar gaven een instant futuristische look. De stand van de special effects in die tijd was uiteraard mijlenver verwijderd van de mogelijkheden die de Wachowski’s hadden voor hun vergelijkbare The Matrix. Waar zij uit konden pakken met een doos van Pandora aan indrukwekkende effecten, moest Fassbinder het doen met een beperkt aantal mogelijkheden. Maar juist in die beperkingen toont zicht de meester.


Artificieel

Fassbinder en Ballhaus gebruikten alledaagse voorwerpen en ruimtes om een futuristische en (vooral) artificiële wereld te schetsen. Zo maakten ze veel gebruik van spiegels om de ruimte te fragmenteren. Objecten en personen werden gedubbeld en doormidden gesneden, waardoor de scheiding tussen de werkelijke en de kunstmatige wereld ook op dit niveau wordt geïllustreerd. De mise-en-scène wordt verder gekenmerkt door overdaad. Sets zijn volledig dichtgesmeerd met props en drukke patronen op muren en vloeren, waardoor ook hier de nadruk komt te liggen op het kunstmatige en gefabriceerde karakter ervan.
Ballhaus filmt Stiller vaak van achter scheidingswanden, vitrages, planten en door ramen heen, waardoor een gevoel van opsluiting en verwarring wordt opgeroepen. Ook wordt Stiller vaak als een dolende figuur neergezet als hij door lange gangen en tunnels loopt en het doolhofachtige van zijn zoektocht benadrukt wordt. De personages om Stiller heen hebben steevast een lege blik in de ogen en hun gebrek aan emoties versterken zijn staat van verwarring.
Het gevolg van al deze visuele krachtpatserij is dat de kern van Welt am Draht, de strijd van een steeds paranoïder wordend individu tegen een naamloze en kunstmatige tegenstander, erdoor verdrongen wordt. Stiller wordt een canvas waarop vele thema’s geprojecteerd kunnen worden, en waarbij zijn individuele zoektocht naar de achtergrond verdwijnt. Fassbinder investeert enorm veel aandacht aan zijn sets en leidt daarmee de aandacht af van de thematiek waar het Galouye in zijn roman om te doen was. Het resultaat is een indrukwekkende film die je tegelijk koud laat. En dat zou wel eens precies de reactie kunnen zijn waarop Fassbinder hoopte.