Ik weet niet waarom ze het doen, maar ik kan er alleen maar blij om zijn. Dit najaar toont Pathé een serie hoogtepunten van Alfred Hitchcock. De eerste is Vertigo. Of het zijn beste film is, is een vraag die niet te beantwoorden is. Maar het is waarschijnlijk wel zijn rijkste. De film die blijft roepen om verdere analyse en die je het moeilijkst uit je hoofd kunt zetten als de aftiteling is afgelopen. Vertigo is de film die alleen maar beter wordt naarmate je hem vaker ziet. Een meesterwerk van een meesterlijk filmmaker die op de toppen van zijn kunnen was.
Het verhaal, gebaseerd op de Franse roman D’Entre Les Morts (Van onder de doden), gaat over John “Scottie” Ferguson (James Stewart, in de laatste film die ze samen zouden maken). Hij is een detective die de politie verlaat na een bijna fatale misstap tijdens een achtervolging op het dak, waardoor hij een verlammende hoogtevrees krijgt. Omdat hij weinig te doen heeft, accepteert Scottie een verzoek om hulp van een oude schoolvriend, Gavin Elster (Tom Helmore). Elster vertrouwt Scottie toe dat zijn vrouw, Madeleine, misschien in gevaar is. Elster vermoedt dat Madeleine (Kim Novak) bezeten is door de geest van haar overgrootmoeder, Carlotta. Madeleine raakt in vreemde trances, waarin ze een andere persoon lijkt te worden; als ze wakker wordt, weet ze niet dat er iets vreemds is gebeurd. Terwijl ze in vervoering is, gaat Madeleine vaak naar een museum en staart uren naar een schilderij van Carlotta. Ook is ze begonnen met het verzamelen van bezittingen die ooit aan haar overleden familielid hebben toebehoord. Scottie suggereert dat Madeleine gewoon iets teveel geboeid is door haar familiegeschiedenis, maar het blijkt ingewikkelder te liggen: de ‘wakkere’ Madeleine ontkent ooit van haar overgrootmoeder te hebben gehoord. Maar deze transformaties komen steeds vaker voor en Elster vreest voor het leven van zijn vrouw: Carlotta pleegde zelfmoord toen ze 26 jaar oud was – de huidige leeftijd van Madeleine. Als gunst aan zijn vriend stemt Scottie ermee in haar in de gaten te houden, in de hoop onderweg aanwijzingen over haar toestand te vinden.
Dit lijkt de start van een intrigerende, maar conventionele thriller, maar het is slechts het topje van de ijsberg. Vertigo gaat over het bovennatuurlijke maar ook over passie, intrige en obsessie. De naam ‘Madeleine’ lijkt een verwijzing te zijn naar de cakejes in de romancyclus À la recherche du temps perdu van Marcel Proust. Hun geur triggert de jeugdherinneringen van de verteller, naar een tijd die niet meer is. Als Madeleine in het bos zegt dat er veel mensen geboren en gestorven zijn tijdens het leven van de gigantische bomen, die ‘de oudste levende wezens zijn’, onthult Scottie de naam van de hoogste boom en de betekenis ervan. ‘Sequoia Sempervirens’ zegt hij, ‘altijd groen, altijd levend.’ Haar antwoord: ‘Ik hou er niet van, dat ik weet dat ik moet sterven.’
Vertigo gaat ook over de constante strijd tussen onze angst voor de dood en onze nieuwsgierigheid naar het hiernamaals. Zijn we in de echte wereld terwijl we leven of betreden we de echte wereld als we sterven? Is het hiernamaals fantasie of werkelijkheid? Wanneer Madeleine 90 minuten na aanvang van de film zelfmoord pleegt (wat niet echt een spoiler is), raakt Scottie bijna comateus van verdriet – overal waar hij kijkt, wordt hij achtervolgd door beelden van Madeleine: de ene vrouw heeft hetzelfde kapsel, de andere dezelfde outfit, weer een andere dezelfde glimlach. Pas als hij Judy Barton (Novak, in een dubbelrol) ontmoet, komt Scottie weer tot leven. De brunette Judy lijkt verbazingwekkend veel op de blonde Madeleine, maar voor Scottie is dat niet genoeg. Hij wil haar omvormen tot een exacte replica en zo, als een bizarre variant op de Pygmalion mythe, verliefd op haar worden. Maar in het herscheppen van de dode Madeleine vernietigt hij de relatie die hij zou kunnen hebben met Judy.
Hoewel obsessie een thema is in veel van Hitchcocks films, is Vertigo de enige film die daar daadwerkelijk over gaat. Scottie ziet Judy niet alleen als een vervanging voor zijn verloren Madeleine, maar ook als een object dat hem helpt boete te doen voor wat hij fout deed. Als hij Judy in Madeleine kan veranderen, kan hij haar alsnog beschermen en zo een einde kan maken aan zijn schuldgevoel over Madeleines dood. Judy is daarbij het instrument van zijn missie. Scottie geeft niet echt om haar. Ze kan iedereen zijn, zolang ze maar bereid is te worden geboetseerd in het visioen dat hij zich herinnert.
Het tempo van Vertigo is traag en bijna hypnotiserend. Kim Novak spreekt pas na drie kwartier haar eerste regel dialoog en de film is gevuld met shots waarin Scottie Madeleine achtervolgt en waarin zijn blik zoekende is. Door het raam van zijn auto, van achter een pilaar of struik, door een openstaande deur. Het voelt echter nooit traag omdat je zo meeleeft met de obsessie van Scottie en de zoektocht naar het waarom. De geweldige acteerprestaties helpen daarbij enorm. Kim Novak is echt een revelatie, in een dubbelrol waarbij ze zowel twee personages als twee kanten van hetzelfde personage moet laten zien. Haar rol was oorspronkelijk bedoeld voor Vera Miles maar toen die kort voor de meedeelde dat ze zwanger was, moest Hitchcock op zoek naar een vervanger. Kim Novak moest doen wat Vera Miles eigenlijk had moeten doen, waarmee haar casting perfect samenvalt met het thema van de film. Hoewel Novak dus tweede keus was, pakt dat voor de film heel goed uit. Ze heeft iets etherisch, ongrijpbaars en spookachtigs. Alsof ze er niet helemaal is. Precies wat Madeleine ook is.
James Stewart is een perfecte keuze voor de weifelende Scottie die de liefde gevonden lijkt te hebben, maar die uit zijn handen laat glippen. Maar Stewart gaat verder door ook een obsessieve, jaloerse en wrede kant in hemzelf aan te boren in zijn omgang met Judy. Cary Grant, die andere vaste Hitchcock leading man, zou niet passend zijn geweest. De rol van Scottie, de man die een vrouw wil herscheppen in een vorm die voor hem passend is, is ook een metafoor voor Hitchcock zelf. De regisseur die geobsedeerd was door blonde vrouwen en die acteurs zag als pionnen in het schaakspel dat film heet.
Maar weinig regisseurs weten de camera zo goed te gebruiken als Hitchcock, en in Vertigo wordt de lens onderdeel van het verhaal. De camera blijft veelal op afstand, zoekend en registrerend. Net als Scottie’s gevoelens voor Judy. Hitchcock gebruikt wel close-ups, maar daarin worden vooral levenloze voorwerpen benadrukt (Madeleines halsketting, een bloemstuk, een haarknot). Hitchcock speelt ook geraffineerd met belichting en kleur (over het gebruik van kleuren zou je een essay kunnen schrijven). Zo is bijvoorbeeld van Judy alleen de schaduw te zien als Scottie aanbiedt van haar te houden als zij Madeleine voor hem zal zijn. Aanvankelijk verzet ze zich, in een poging haar identiteit te behouden. Maar hoe meer Scottie aandringt, des te meer verdwijnt haar weerstand en daarmee ook haar persoon. Hitchcock laat haar verdwijnen in de schaduwen, een pijnlijk duidelijke verwijzing naar het verdwijnen van haar eigen persoonlijkheid en individualiteit.
De centrale intrige wordt geholpen door een mooie bijrol van Barbara Bel Geddes als Midge, een goede vriendin van Scottie die nog steeds verliefd om m is. Ook de locatie-opnames, bij de Golden Gate bridge, de Muir Woods (het bos boven SF waar de Redwoods en Sequoias staan), in San Francisco zelf, zijn prachtig. Denk ook aan de schitterende opening titles van Saul Bass die vooruitlopen op wat gaat komen. Als stralende kers op de taart is daar nog Bernard Herrmanns prachtige muziek die de kijker door alles heen loodst en de emoties stuurt. Vertigo is een meesterlijke film die bij elke vertoning weer iets meer prijsgeeft, maar waarvan je nooit echt tot de kern kunt komen.