3.5/5 

Ik heb in Powell’s bookstore in Portland (volgens eigen zeggen de grootste in de wereld, en groot was het zeker) een anthology van het werk van John Landis gescoord. Bol.com heeft het boek overigens ook zie ik. Giulia D’Agnolo Vallan schreef een mooi portret van deze door iedereen geliefde regisseur, aan de hand van talloze interviews met betrokkenen en met hemzelf. Ik heb al zijn films wel eens gezien maar het leek me aardig de ensemblefilm nog eens te kijken die hij maakte met Steven Spielberg, Joe Dante en George Miller.

Twilight Zone: the Movie is gebaseerd op de legendarische tv-serie van Rod Serling (1959-64) en is best goed gelukt als opeenvolging van een proloog en drie korte films. Het deel van Steven Spielberg, ‘Kick the Can’, is het minst. Vooral omdat het zo sentimenteel is. Landis regisseerde zelf de heerlijke proloog, waarin Dan Akroyd en Albert Brooks hun nachtelijke rit door niemandsland opleuken met een quizje over tv-serie-intro’s. Het eerste lange segment, ook van Landis, is wel goed maar ook hard in toon en niet al te subtiel. Hierin leert de racistische Vic Morrow op hardhandige wijze tot betere inzichten te komen. Qua onderwerpkeuze bleef Landis dicht bij Serling. Die stond bekend om zijn linkse wereldbeeld en strijd tegen racisme en anti-Semitisme. Iets dat hij graag terug liet komen in de serie. Dit segment zal voor altijd overheerst worden door een dramatisch helicopterongeluk op de set waarbij Vic Morrow om het leven kwam. In een interview met D’Agnolo Vallan zegt Landis dat dit een litteken is dat nooit meer weg zal gaan en waaraan hij altijd met verbittering terugdenkt. Dat komt vooral omdat hij na het ongeluk van alle kanten werd aangevallen als de verantwoordelijke persoon die onverantwoorde dingen uithaalde met zijn acteurs. Het leidde zelfs tot een rechtszaak die pas na tien maanden tot een vrijspraak leidde. Landis heeft altijd ten hevigste ontkend dat hij er iets aan kon doen en het is te merken dat het hem nog altijd hoog zit.

Het deel van Joe Dante is het vreemdst en doet het meest recht aan Serling’s visie. Hierin wordt een alleenreizende vrouw door een jongen aangesproken die haar meeneemt naar zijn ouderlijk huis. Dat huis blijkt een bizarre familie te herbergen en als een Alice in Wonderland duikt ze een rabbit hole in dat telepathisch geschapen wordt door de jongen. George Miller’s laatste deel heeft met John Lithgow de beste acteur. Hij speelt een nerveuze passagier die tijdens een turbulente vlucht een man (de duivel in eigen persoon?) denkt te zien op de vleugel die het vliegtuig langzaam aan het slopen is. Een minimale setting maar door het sterke spel van Lithgow en de steadicam van Miller werkt het bijzonder goed.