Het carrièrepad van de Japanse regisseur Hideo Gosha verliep in tegengestelde richting van dat van veel van zijn contemporaine collega’s. Waar die zich op latere leeftijd vaak moesten schikken naar investeerders of commerciële motieven, kwam Gosha juist tot bloei. Twee van zijn latere films, onlangs uitgebracht in de reeks Japanse filmklassiekers van distributeur De Filmfreak, getuigen van zijn herboren elan.

De jaren tachtig waren voor de Japanse cinema een overgangsperiode tussen de ondergang van het studiosysteem en de opkomst van de nieuwe generatie filmmakers begin jaren negentig. Creatief gezien was het een armoedige tijd, en net als in de VS kregen de grote commerciële producties de overhand. Sterregisseurs als Kinji Fukasaku en Kon Ichikawa legden zich uit noodzaak daarop toe, terwijl collega’s als Nagisa Oshima, Shohei Imamura en Akira Kurosawa ondanks hun status afhankelijk werden van buitenlandse investeerders.

Voor Hideo Gosha lag dit anders. Waar veel Japanse filmmakers zich in hun latere carrière noodgedwongen op genrewerk of televisie toe moesten leggen, wist Gosha de omgekeerde weg te bewandelen. Hij begon met televisie, maakte in de jaren zestig veel chambara-films, ging in de jaren zeventig over op yakuzawerk en wist zich pas in de jaren tachtig los te maken van genrenconventies. Thematisch gezien blijft hij de verschoppelingen uit zijn eerdere werk trouw, maar door steeds vaker vrouwen te kiezen voor de belangrijkste personages wist hij een nieuw publiek te bereiken. Hij leefde zich uit met experimentele plotlijnen, een vaak melancholische soundtrack en gelaagde personages. De 11 (!) films die hij tussen 1983 (The Geisha) en zijn dood in 1992 maakte, zijn lang niet allemaal geslaagd, maar vormen wel het treffend bewijs dat hij zich herboren voelde.

Tracked
Tokichi Sakane (Ken Ogata uit Vengeance is Mine) heeft zijn vrouw en kind vermoord. Dit wordt als een onweerlegbaar feit door Gosha getoond. Tokichi was ten einde raad, maar toch. In de gevangenis slaat de politie hem om hem tot een bekentenis te dwingen. Hij onderneemt een mislukte zelfmoordpoging in zijn cel en weet uiteindelijk te ontsnappen. Met een serie korte baantjes in de bouw weet hij zich in leven te houden, terwijl de politie hem op de hielen zit.

De Japanse titel van Tracked is Usugesho. In tegenstelling tot de internationale titel legt de Japanse een link met zijn schimmige persoonlijkheid. Het betekent zoiets als lichte make-up, een metafoor voor de ongrijpbaarheid van Sakane en de manier waarop hij zich keer op keer weet te hervinden. Ook wordt hij letterlijk opgemaakt, in een scène waarin hij voor de ogen van de kijker van gedaante verandert. Ondanks de gruwelijke daad weet Gosha ook sympathie voor de man op te wekken. Sakane is een intelligent en zachtaardig man die in de conflictsituaties waarin hij met regelmaat belandt, steeds de wijste is. Maar hij heeft ook een grote zwakte: vrouwen. Zijn mysterieuze voorkomen werkt als een magneet op ze, en hij valt gemakkelijk voor elke dame die zich aanbiedt. In een serie flashbacks laat Gosha zien dat dit een terugkerend patroon is, en hij toont Sakane als een hedonistische genotszoeker. Zo daagt hij de kijker uit een mening te vormen over de protagonist, een man die slechte maar ook goede kanten heeft. Door voortdurend met de chronologie te spelen weeft hij een labyrintische verhaallijn die deze keuze moeilijker, maar ook uitdagender maakt. Voordat duidelijk is welke versie van Sakane in beeld is, kan Gosha al weer naar een andere geschakeld zijn. In Tracked komen alle sterke punten die hij in zijn nieuwe fase in zou zetten, op treffende wijze samen.