4/5 

Legendes doen het altijd goed op het witte doek. Mensen zijn nou eenmaal gevoelig voor doorvertelde verhalen vol heroiek waarin slechts een kern van waarheid zit. Een van de grootste amerikaanse legendes is die rond Billy the Kid. Deze William Bonney overleed al jong, maar al tijdens zijn leven begon de legendevorming rond zijn persoon. Dat gegeven, een jonge gunslinger die vecht tegen zijn imago en tegen zijn opvliegende aard, is het uitgangspunt van The Left Handed GunPaul Newman speelt Billy met een mengsel van charisma, aandoenlijkheid en onverwachtse uitbarstingen. Newmans carriere begon goed op stoom te komen na zijn doorbraak in Somebody up there likes me twee jaar eerder. In 1958 zou hij naast deze western nog 2 sterke films maken (The Long, Hot Summer en Cat on a Hot Tin Roof).

The Left Handed Gun is het regiedebuut van Arthur Penn, een regissseur die pas jaren later met Bonnie & Clyde zijn doorbraak zou beleven. Zijn psychologische benadering viel eind jaren 50 nog niet in goede aarde bij publiek en critici. Ook op Billy the Kidd past hij een onderzoekende tactiek toe. Maar het werkt erg goed vind ik. Zijn visie van de Kid is die van een jongen die roots en een vaderfiguur mist, zoekt naar kameraadschap en zeer loyaal is naar zijn vrienden. Tegelijkertijd heeft hij zijn driften niet onder controle en hij weet zich niet te beheersen als hij geconfronteerd wordt met onrecht. Newman hanteert een method-achtige manier waardoor hij eerder overkomt als James Dean in Rebel Without a Cause dan een gevaarlijke revolverheld. Hij en zijn pals zijn als kinderen die willen spelen met pistolen, maar erachter komen dat daarbij echte doden kunnen vallen. Daar zit wel een overeenkomst met de Schofield Kid zoals die in Eastwoods Unforgiven zit.

Penn en Newman bieden geen oplossingen maar laten de kijker zelf hun beeld van de man construeren. Dat zal anders zijn dan de geschiedenisboeken je leren (of hij in het echt zo zacht, aimabel en knap was waag ik te betwijfelen), maar voor de film maakt dat niet uit. Sterke bijrollen ook, met ondermeer James Best die hier al zijn fameuze grinnikende lach laat horen die hem later zo bekend zou maken als die van sheriff Roscoe P.  Coltrane in The Dukes of Hazzard.