4/5
Een onontdekt meesterwerk is het niet, maar toch was deze historische film over een idyllische vallei tijdens de 30-jarige oorlog (1618-1648) een aangename verrassing.Ik had werkelijk nog nooit gehoord van The Last Valley. Uitgebracht in 1971 met in de hoofdrollen toch twee grote sterren (Michael Caine en Omar Shariff), is deze film van James Clavell (vooral bekend van de tv-serie Shogun) in de vergetelheid geraakt. Onterecht. Caine speelt een Duitse kapitein (hij heeft een lekker aangezet maar passend accent) die niet anders weet dan dat hij oorlog voert. In hun plundertochten door het Duitse rijk komt zijn regiment terecht in een afgelegen vallei die niet aangetast is door de oorlog. Shariff is Vogel, een leraar die op de vlucht voor de oorlog ook in die vallei belandt. Vogel wordt gevangen genomen maar als de kapitein hem over de kling wil jagen, komt Vogel met een plan. Waarom blijft de kapitein niet in de vallei om daar te overwinteren? Die stemt in en ziet ook in dat hij de leraar nodig heeft om als schakel te fungeren tussen de bloeddorstige en bronstige soldaten en de vreedzame bevolking. Die moeten de soldaten van voedsel, onderdak en vrouwen voorzien. In ruil krijgt het dorp bescherming tegen mogelijke invallen. Het is een variant op de verhaallijn uit The Seven Samurai en The Magnificent Seven. Uiteraard verloopt de gedwongen samenleving met horten en stoten, mede gevoed door de fanatieke lokale priester die stelt dat de soldaten helemaal niet nodig zijn. De vallei wordt al beschermd door een heilige.
Mooi verhaal, een bijzondere locatie (de film is deels op locatie in Tirol opgenomen) en het geheel speelt zich af in een periode die zelden aan bod komt in film. Michael Caine is erg goed als de ijzervretende en meedogenloze kapitein die moe van de oorlog is, maar niet weet wat hij anders moet. Shariff kan niet zo veel als de brave Vogel maar hij kan er mee door. Sterke rol ook van Per Oscarsson als de fanatieke priester Sebastian. Prachtige soundtrack ook van James Bond composer John Barry.