Riveting, rousing, spellbinding, spectacular, sweeping, awe inspiring, gruesome, romantic, relentless. Het geldt allemaal voor deze klassieker van Michael Mann. Mann stond bekend als scenarist en regisseur van politieseries en films maar hij laat hier zien dat hij ook prima overweg kan met deze combinatie van western, actiefilm en historisch drama. Ik had The Last of the Mohicans al meerdere malen gezien maar de laatste keer was alweer lang geleden. Veel details was ik dan ook vergeten.

Zoals het stukje zijde dat Hawkeye (Daniel Day-Lewis) leent van Cora (Madeleine Stowe) om zijn musket mee aan te steken. Hierin combineert Mann de band die tussen de twee is ontstaan met de strijd waarin ze zijn beland, de belegering van fort William Henry door de Fransen. Die belegering was weer onderdeel van de Frans-Indiaanse oorlog, waarin de Britten tegen de Fransen vochten. Geholpen door gelieerde inheemse stammen die voor Frankrijk vochten, voor Engeland of zich juist zoveel mogelijk afzijdig hielden. Hawkeye en zijn stiefvader en halfbroer doen dat laatste, maar hij wordt in de strijd getrokken door zijn liefde voor Cora. Met dat stukje zijde zou hij verder kunnen schieten. Het schijnt onzin te zijn maar voor mij als kijker klopt het dus vanwege die genoemde band.

Zo zijn er wel meer historische fouten te ontdekken in The Last of the Mohicans. Vreemd is dat niet want de situatie in die Frans-Indiaanse oorlog was uiterst complex met bezettende legers van de Engelsen en de Fransen, koloniale ‘settlers’ die (al dan niet gedwongen) aan een van de zijdes vochten en stammen als de Huron en de Mohawks die ook in een van de kampen waren getrokken. Een kamp dat ze ook weer konden verraden want uiteindelijk waren al die bezetters ongewenst en wilden de Indianen het land weer gezuiverd hebben van buitenlandse invloeden. Erg zijn die fouten ook niet. Dit is tenslotte geen geschiedenisles.

Wat dit wel is, is een geweldige avonturenfilm slash romantisch drama tegen een historische achtergrond. Uitstekend geacteerd en schitterend in beeld gebracht. Daniel Day-Lewis is zoals altijd top. Hij ging full method begreep ik (hij heeft een maand of twee in de wildernis geleefd om zich in te leven in zijn rol en hij nam zijn musket overal mee naar toe), maar dat betaalt zich uit. Day-Lewis associeer je niet snel met een film als deze, in mocassins rennend door de bossen van North Carolina (dat als stand-in wordt gebruikt voor de staat New York) met zijn ravenzwarte manen wapperend in de wind. Maar Mann wist hem toch te strikken. Misschien herkende Day-Lewis in de obsessieve regisseur, die jaren aan een project kon werken, een verwante ziel.

Madeleine Stowe heeft nauwelijks een carriere gehad maar dit is verreweg haar beste rol. Jodhi May mag vooral vol ongeloof staren naar de ellende om haar heen maar Stowe moet wat meer aan de bak om zichzelf en May in leven te houden. Steven Waddington is solide als de keurige majoor die uiteindelijk het juiste doet. De rest van de Britten en Fransen is ok, maar het zijn de Indianen die de show stelen. Russell Means (Chingachgook) en Eric Schweig (Uncas) zijn sterk maar de beste van allemaal is Wes Studi. Zijn Magua is een waardige tegenstander van Hawkeye, a man you love to hate. Trots maar ook verbitterd en meedogenloos. Studi is gewoonweg magnifiek.

De film is met een enorme aandacht voor detail gemaakt, met accurate kleding voor alle inheemse bewoners, de wapens, de kostuums, de taal. Het meest spectaculair is Fort William Henry, een daadwerkelijk gebouwd houten bouwwerk dat langzaamaan kapot geschoten wordt. Dante Spinotti, vaste DP van Michael Mann, trekt alles uit de kast om het verhaal in beeld te brengen. Het ziet er allemaal geweldig uit, zowel de intiemere scenes tussen de geliefden als de shots van de schitterende natuur, de belegering van het fort en de confrontaties met de Hurons. Mann schuwt het geweld niet en The Last of the Mohicans is bij vlagen echt bruut. De twee hinderlagen waarin de Britten lopen zijn beklemmend en intens in beeld gebracht, inclusief inhakkende tomahawks en gescalpeerde Britten. Het meest heftig is de laatste confrontatie tussen generaal Munro en Magua, een scene die je nooit meer vergeet.

Dat alles staat in dienst van een verhaal dat weliswaar niet zo complex is, maar wel episch: groots, gedurfd en glorieus meeslepend. De film stelt vragen over kolonialisme, racisme en over de corruptie die zijn intrede deed bij de inheemse bevolking met de komst van de Britten en de Fransen. Het daagt je uit om verder te zoeken naar wat er in deze periode is gebeurd. Tegelijk is het ook puur escapisme, een film om op het puntje van je stoel te bekijken.