Het is toch vreemd hoe dat werkt. The Brutalist is een sterke film maar door de brute (pun intended) lengte wordt hij nog eens op een hoger niveau getild. En kom je ineens in beeld bij The Academy en regent het Oscarnominaties. Die lengte is overigens wel gerechtvaardigd. Die stelt regisseur Brady Corbet in staat om diep in de ziel van Holocaustoverlever László Tóth (Adrien Brody, The Pianist, Summer of Sam, Predators) te duiken en in die van het kille kapitalistische naoorlogse Amerika. Een plek waar Tóth kansen krijgt maar nooit echt geaccepteerd wordt.
Voor de oorlog was Tóth een aan het Bauhaus opgeleide architect. Een visionair die in de Weimar-republiek en zijn geboorteland Hongarije een prachtige carriere had en geprezen werd om zijn brutalistische stijl. Het Brutalisme als architectuurstijl ontstond pas begin jaren 50 dus Tóth wordt hier in die zin ook letterlijk als visionair neergezet. In zijn levensverhaal zijn parallellen te trekken met de Hongaars-Joodse architecten Marcel Breuer en Ernő Goldfinger. Maar Breuer was al in de jaren 30 in de VS aangekomen en was na de oorlog een gevestigd architect die tot het modernisme wordt gerekend, niet het brutalisme. Goldfinger was wel een brutalist maar hij was al voor de oorlog geëmigreerd naar de UK. Beiden waren dus al op tijd ontsnapt aan de Nazi’s.
Bij Tóth maakt de oorlog alles kapot en het enige dat hem rest is vluchten naar de VS. In een chaotische openingscene landt hij op Ellis Island waar hij het Vrijheidsbeeld voor het eerst ziet. Op z’n kop, als een symbool van hoop waar toch iets heel erg mis mee is. In Philadelphia ontmoet hij zijn neef Attila (Alessandro Nivola) en diens katholieke vrouw en zijn aan heroïne verslaafde vriend Gordon (Isaach De Bankole). De rijke zakenman Harrison Lee Van Buren Sr. (Guy Pearce, A Spy Among Friends, Brimstone, Mildred Pierce) neemt hem in dienst nadat hij op verzoek van Van Buren Jr. een bibliotheek voor zijn immense huis heeft ontworpen. Dat doet Harrison overigens pas als stijlmagazines achter het bestaan van die bibliotheek komen en Van Buren prijzen als toonbeeld van de moderne zakenman. Het is een preview van Van Burens kern: een man die wel veel geld heeft maar geen visie en geen smaak. Van Buren huurt Tóth in om een cultureel centrum te bouwen buiten Philadelphia, een gigantisch gebouw dat gewijd zal zijn aan zijn overleden moeder. Maar dat culturele verdwijnt al snel naar de achtergrond en de belangrijkste rol van het gebouw wordt om als een enorme kerk te fungeren voor de bewoners in de verre omgeving. Voor Tóth is het een bittere pil maar hij realiseert zich ook dat de enige kans om nog iets te doen met zijn oude vak is om de hand van Van Buren vast te blijven houden. Dat valt hem zwaar, zeker omdat hij te maken heeft met de arrogante zoon Harry (Joe Alwyn). De komst van zijn vrouw Erzsébet (Felicity Jones, On the Basis of Sex) zou hem nieuw elan moeten geven maar het lijkt erop of hun verschrikkelijke verleden teveel in hun relatie heeft gesloopt. De bouw vordert maar Tóths hart zit er steeds minder in. Hij gaat zich realiseren dat de rijke Van Buren hem, de Jood, nog steeds ziet als een minderwaardige. Voor Van Buren is diens talent uiteindelijk ondergeschikt aan zijn gebrek aan opvoeding omdat hij geen deel uit maakt van de heersende klasse.
The Brutalist gaat over The American Dream maar ook over The American Nightmare. Een film over hoop, kansen, dromen. Maar ook over klasse, status, jaloezie, commercie, bezit, rijkdom, obsessies, verslaving, trauma en antisemitisme. Allemaal zaken waarmee László Tóth wordt geconfronteerd maar die belichaamd worden door Harrison Van Buren. Adrien Brody is erg sterk in zijn rol, het zal hem waarschijnlijk wel een Oscar opleveren. Dat is prima, als Guy Pearce (genomineerd voor beste bijrol) hem ook krijgt. Pearce is echt geweldig als de rijkaard die alles heeft of op zijn minst kan kopen. Bijna alles. Als een parasiet wil hij de culturele bagage, de verfijndheid en het pure talent van zijn protegee opzuigen. Iets dat onmogelijk is waardoor hij terugvalt op zijn roofdierinstinct en Tóth terugduwt in zijn afhankelijke rol. Het kost Tóth vele jaren om daar uit te komen, al blijft hij een gebroken man. The Brutalist is een film zonder winnaars, al zou je het gebouw dat Tóth in opdracht van Van Buren ontwierp als een middelvinger van de architect richting de elite en zijn opdrachtgever kunnen zien. De film suggereert dat het een verwijzing naar Buchenwald is, het concentratiekamp waar László zat opgesloten. De filosoof Theodor W. Adorno heeft ooit gezegd (een quote die vaak uit zijn verband is gerukt):
“The critique of culture is confronted with the last stage in the dialectic of culture and barbarism: to write a poem after Auschwitz is barbaric, and that corrodes also the knowledge which expresses why it has become impossible to write poetry today.”
Dat er geen poezie of andere cultuuruitingen mogelijk zijn na Auschwitz is inmiddels wel erkend als onzin. Cultuur is juist een tegengif voor het verschrikkelijke van de oorlog. Maar de reactie van Tóth zou je toch wel pervers kunnen noemen: een jarenlange obsessie met een gebouw dat de architect herinnert aan zijn grootste nachtmerrie.
Ondanks de extreme lengt voelt The Brutalist echter ook als een film die niet compleet is. Het openlaten van eindes, het weglaten van motieven, het niet praten van personages. Er blijven veel vragen over. Er is duidelijk veel liefde tussen László en zijn vrouw Erzsébet maar ook veel anonimiteit en als kijker blijf je raden naar wat ze bezighoudt. László zwijgt zelfs compleet over zijn vak en wat hem drijft als architect blijft een raadsel. Het trauma van het echtpaar is er maar blijft onbesproken. Ook het grote geheel van de film heeft iets mechanisch en geconstrueerds. Als architecten zetten Bradley Cornet en zijn co-scenarist Mona Fastvold de plot in beweging en sturen ze de personages maar de film laat ook gaten open die wat mij betreft wel ingevuld hadden mogen worden. Ondanks het sterke acteren, Felicity Jones is ook geweldig, en de boeiende thematiek blijft The Brutalist op een afstand. Een film die imponeert maar uiteindelijk niet emotioneert.