Richard Dreyfuss was on a roll in de jaren 70, met kassuccessen als American Graffiti, Jaws en Close Encounters of the Third Kind achter zijn naam en een groot kritisch succes met The Goodbye Girl (waar hij als 30-jarige een Oscar voor won). Maar het leek erop alsof hij voorvoelde dat dit niet zo door kon gaan: het onderwerp van The Big Fix is een periode die voorbij is en nooit meer terugkomt.
Dreyfuss is Moses Wine, een privédetective (of gumshoe, die mooie Amerikaanse vertaling) en een gescheiden vader die voortdurend te laat is met het betalen van alimentatie aan zijn geërgerde ex, Suzanne (Bonnie Bedelia). Zijn voormalige vlam Lila Shay (Susan Anspach) komt terug in zijn leven en vraagt hem om te helpen met de campagne van Miles Hawthorne, een linkse maar saaie kandidaat voor het gouverneurschap van Californië. Er worden flyers rondgestuurd waarop Howard Eppis, een radicale veroordeelde activist uit de 60s, Hawthorne steunt. Omdat associëren met een bekende crimineel en gezochte man de hele campagne kan doen mislukken, wordt Moses door de ambitieuze campagnemanager Sam Sebastian (John Lithgow) op pad gestuurd om de ongrijpbare Eppis te vinden.
De fictieve Eppis, auteur van de counterculture bestseller Rip It Off en lid van de beruchte California Four, is een mix van de echt bestaande activisten Abbie Hoffman en Jack Weinberg. Hoffman verdween echt de gevangenis in en Weinberg lanceerde de slogan ‘never trust anyone over 30′, een zin die hier aan Eppis wordt gelinkt. Die krijgt ook de credit voor ‘Hey, hey, L.B.J., how many kids did you kill today?‘, maar dat is vooral om hem nog wat legendarischer te maken. Maar waar Hoffman op de vlucht sloeg en jaren ondergronds verbleef en Weinberg overstapte naar de vakbond en later naar de mileubeweging, daar verdween Eppis van de radar om zich heruit te vinden als commerciele reclamejongen.
Naarmate Moses dichter bij Eppis en de antwoorden komt, wordt je als kijker overspoeld door nostalgie naar de jaren 60. Moses weet maar al te goed dat de oude tijd van de idealistische counterculture voorbij is, ook al blijft hij er qua levensstijl nog wel mee verbonden. Hij en de andere personages vertegenwoordigen een generatie die worstelt met de idealen van vrijheid en sociale rechtvaardigheid, terwijl ze geconfronteerd worden met het opkomende conservatisme dat Reagan in de jaren 80 zal versterken. The Big Fix is daarom niet alleen een detectiveverhaal, maar ook een reflectie op de veranderende waarden in de Amerikaanse samenleving.
Toch is de film het sterkst in de kleine momenten. Een wietrokende privédetective die zijn kinderen meeneemt op surveillance, mysteries oplost in zijn gele cabriolet VW kever en met zijn charme iedereen voor zich inneemt. En natuurlijk die fantastische Russische oud-tante die Moses gebruikt om een verdachte uit de tent te lokken en met wie hij een aantal hillarische dialogen heeft.