Ik heb beide remakes / prequels / sequels / reimaginings van Star Trek binnen een paar weken van elkaar gezien dus ik maak er 1 stuk van. De verhalen lopen in elkaar over en ze hebben ook precies dezelfde toon. Een toon die uitschreeuwt: aan de kant allemaal, hier komen de jonge explorers aan die lak hebben aan regels en oudjes!!! Maar die ondertussen nog veel moeten leren van die oude generatie en aldus volwassener het universum gaan verkennen.
Ofwel: het zijn behoorlijk vermoeiende films. Je kijkt ze niet vanwege hun geraffineerde plotontwikkeling of gelaagde personages, maar het risico van deze achtbaanaanpak is wel dat ik gedurende het kijken de aandacht steeds meer verlies en ik mezelf betrap op de vraag of het allemaal nog lang duurt. Het begin is steeds prima, zeker bij de eerste waarin het avontuur met de vorming van de Enterprisecrew gaat beginnen. De eerste is ook de beste film. Nummer 2 lijdt nogal onder het euvel ‘alles moet grootser en heftiger’. Net als in een remake als Man of Steel is de bad guy in potentie het interessantste personage, maar de Khan van Benedict Cumberbatch blijkt uiteindelijk een eenzijdig en koud figuur waarvoor het lastig is interesse op te brengen. Into Darkness is in feite een remake van Star Trek II: The Wrath of Khan, de beste uit de eerste serie films, maar dan zonder de diepgang van die film maar met een schier oneindige serie actiescènes en andere luchtigheden. De oorspronkelijke serie blonk uit in het verkennen van nieuwe werelden en rassen met alle morele en ethische kwesties die daarbij horen. To boldly go where no man has gone before.
Daarvan is in het universum van JJ Abrams weinig over.