4/5
François van Heerden (Deon Lotz) heeft het als blanke, conservatieve Zuid-Afrikaan goed voor elkaar. Een liefhebbende vrouw, geslaagde kinderen, een eigen houthandel in Bloemfontein en een uitgebreide vriendenkring. Maar dat ideale plaatje vertelt niet het hele verhaal. Onder bekenden geeft François flink af op ‘moffies’ terwijl hij zelf al zijn hele leven te maken heeft met homoseksuele gevoelens. Die gevoelens kan hij met andere mannen delen wanneer ze afspreken in een afgelegen landhuis waar ze de lusten op elkaar loslaten. Als een van de deelnemers een jonge, enigszins verwijfde kleurling meeneemt, is dat duidelijk niet de bedoeling. ‘Nie kleurlinge, nie moffies nie.’ Echte mannen zijn het, echte Afrikaners. Maar dan komt de 23-jarige zoon van een oude vriend in François’ leven en raakt hij geobsedeerd door de jongen. De knappe Christian is net zo makkelijk in de omgang als François stug is. De oudere man begint zijn fantasieën op de jongen te projecteren en langzaam maar zeker verliest hij de controle over zijn georganiseerde leven.
Gemiste kansen
François wil liefde en intimiteit beleven met een man, maar kan dat niet door de omstandigheden waarin hij zich bevindt. Christians vrijheid confronteert hem met zijn eigen gemiste kansen en een leven dat anders had kunnen lopen als hij de durf en de mogelijkheden had gehad. Omdat hij in de jaren tachtig werd klaargestoomd voor een systeem dat kort daarop uit elkaar viel is François beland in een niemandsland. De apartheid is voor hem nog realiteit omdat die in zijn hoofd zit, en ook omdat in het leven van de Afrikaners van zijn generatie alles wordt uitgebannen dat op iets anders wijst. Binnen dat wereldbeeld is geen plaats voor zijn geaardheid of het tonen van gevoelens. Hermanus toont Christian als een geïdealiseerd personage door wie François wordt aangetrokken als een bij tot een bloem. Maar het is een bij die steekt. Omdat de film in het eerste deel zo uitgebreid bouwt aan de sympathie voor de protagonist en de logica van zijn keuze voor Christian, komt de uiteindelijke egoïstische daad van François des te harder aan.
Skoonheid zit vol mythologische en filosofische thema’s, in een directe lijn met die in Thomas Manns Dood in Venetië. Net als Tadzio, het Objekt der Begierde uit Manns boek, symboliseert Christian een romantisch verlangen naar absolute schoonheid. En net als bij Gustav von Aschenbach wordt het zorgvuldig opgebouwde bestaan van François volkomen ontregeld door de komst van een naïeve jongeling die nietsvermoedend het leven in wandelt van een man die daar niet op voorbereid is. Mann bouwt zijn novelle op volgens de door Friedrich Nietzsche geïntroduceerde tegenstelling tussen het dionysische en apollinische element. Von Aschenbach en Van Heerden zijn beiden exponenten van het laatste, maar door de komst van Tadzio en Christian komt hun dionysische kant met grote kracht naar boven en doen ze dingen die ze voorheen niet voor mogelijk hielden.
Allesverzengende begeerte
Maar tegenstellingen zijn er ook. Mann laat zijn hoofdpersonage sterven terwijl hij volkomen gebiologeerd naar zijn grote liefde kijkt. In zijn visie is het verlangen naar Tadzio een verlangen naar een onbereikbaar ideaal. Hermanus doorbreekt echter het platonische karakter van François’ liefde en laat diens begeerte losbarsten. Met desastreuze gevolgen. Hermanus laat hem gaan, verslagen en gedoemd tot een mislukt leven. Vol weemoed kijkt François uiteindelijk naar een mannelijk stel dat intimiteit toont in een openbare setting en een leven lijkt te leiden dat er voor hem niet (meer) in zit.
Het is niet moeilijk om in Skoonheid een politieke film te zien. Centraal staat het verlangen van de blanke middenklasse naar schoonheid en overzichtelijkheid in een verwarring oproepende interraciale samenleving. Maar bovenal is de film een universele zoektocht naar vrijheid door het loskomen van door de maatschappij opgelegde regels. Geholpen door een fantastische hoofdrol van Deon Lotz, die op knappe wijze zowel de zachte als de harde kant van zijn personage laat zien, laat Skoonheid de staat van verwarring zien van een door apartheid verziekte samenleving die moet leren om te gaan met een nieuwe werkelijkheid. Een werkelijkheid die geen ruimte laat voor schoonheid, oprechtheid en waarheid.