Ryan Coogler maakte eerder Black Panther, een superheldenfilm die rave reviews kreeg destijds en werd gezien als dé film die African Americans hun verdiende plek in de spotlights gaf. Ik vond het nogal een overdreven verering van een film die los van de kleur van de cast weinig nieuws wist te vertellen. Tegelijkertijd was die kleur ook de hoofdreden dat de film bijzonder was. Inmiddels zijn we zeven jaar verder en zijn er veel meer films verschenen met een vrijwel zwarte cast. Toch wordt Sinners opnieuw gezien als iets unieks. En ook hier geldt wat mij betreft dat de kleur van de cast de film hoogstens iets extra’s geeft. Voor de rest is het een slimme combi van genres waarvan het geheel niet meer is dan de som der delen.

Hij wordt nergens genoemd maar Sinners lijkt gebaseerd op het verhaal van Robert Johnson, de bluesmuzikant die zijn ziel aan de duivel verkocht zou hebben en om die reden geweldige muziek kon maken. Zijn equivalent hier heet Preacher Boy, een jonge muzikant die onaards mooi muziek kan maken. De film speelt zich af in 1932, gedurende één lange dag en nacht in Clarksdale, eem stadje in Mississippi. Racisme is hier alom aanwezig, inclusief de KKK. Iets dat voor iedereen normaal is omdat de Jim Crow wetten hier streng afgedwongen worden. De sharecroppers en blueszangers hebben dan ook hun eigen plekken om boodschappen te doen en zich te vermaken. Michael B. Jordan (in een dubbelrol) speelt de Smokestack-tweeling, Smoke en Stack, die opgroeiden in Clarksdale maar vertrokken om te vechten aan het Duitse front in de Eerste Wereldoorlog. Daarna kwamen ze terecht in Chicago, waar ze werkten voor Al Capone en zich zo financieel verrijkten. Het wordt ter kennnisgeving aangenomen bij hun oude bekenden als ze terugkeren naar hun geboorteplaats. Jordans dubbelrol wordt geïntroduceerd met een geslaagde trucage, waarbij de twee personages een sigaret heen en weer doorgeven. Ze zijn niet op een overduidelijke manier van elkaar te onderscheiden. Smoke draagt een blauwe platte pet, Stack een roodgerande hoed. Dat is het wel. Ze hebben dezelfde sik, dezelfde forse torso en dezelfde manier van praten. Qua karakter zijn er wel degelijk verschillen. Kort gezegd; Stack is de good guy en Smoke de bad one. De broers willen een juke joint openen, een bar dancing voor de zwarte bevolking, en de film volgt hun voorbereidingen daarop en de openingsavond en nacht. Alles gaat goet totdat er ongenode gasten komen.

Dat dit een horrorfilm wordt, zie je niet aankomen. Toch is dit niet zo bijzonder, in From Dusk till Dawn gebeurde bijvoorbeeld iets vergelijkbaars. De vampiers hier zijn niet echt eng en de effects vond ik ook niet heel sterk. Coogler lijkt ze te presenteren als een metafoor voor de witte racisten die het feest willen verstoren, maar omdat de zwarte bevolking al zo onder druk staat, krijgt dit geen enkele urgentie. De vampieren zijn duivels maar de feestgangers zijn dat eigenlijk ook, zeker Preacher Boy. Het horrordeel is ook niet waar de film het van moet hebben. Sinners gaat over zondes die wel of niet begaan zijn en wie daarvoor moet betalen. Ondanks het sterke spel en de indrukwekkende manier waarop Mississippi in de jaren 30 tot leven wordt gewekt, vond ik de film toch vooral een aaneenschakeling van clichés rondom die periodisering en de voorliefde voor blues, dansen, drank en seks. Voor mij voelt het alsof Coogler een lijstje afgaat met onderwerpen die in zijn film moeten zitten. En de horror kan Coogler beter overlaten aan zijn collega Jordan Peele. Die wist me in zijn werk een aantal keren echt kippenvel te bezorgen.