Zoals wel vaker het geval is heb ik het boek waarop de film is gebaseerd niet gelezen. Het staat wel in de kast trouwens, maar het is er nooit van gekomen. Maar Salman Rushdie is er toch bij in de filmversie van Midnight’s Children. Hij was intensief betrokken bij het project en hij is, met zijn prettige stem, als de verteller ook voortdurend aanwezig.
Bij de geboorte van de staat India worden ook de kinderen uit de titel geboren. Ze bezitten magische krachten en als een soort Indiase X-Men dienen ze als geweten voor Saleem. Die groeit op in een rijk gezin maar dat was niet de bedoeling: bij zijn geboorte is hij verwisseld met Aadam die als (schijnbare) zoon van een straatmuzikant weinig kansen heeft gekregen. Zo raak het leven van Saleem en Aadam verstrengeld met de zich ontvouwende geschiedenis van India. Waarin met name de strijd tussen India en Pakistan een prominente rol speelt.
De film volgt getrouw het boek, zo heb ik begrepen, en is onderhoudend en mooi om te zien. Maar hij is ook te lang en vaak te sentimenteel. De film schets wel een sterk beeld van een natie die, na afwerping van het Britse juk, op zoek gaat naar een identiteit maar worstelt met de diversiteit die altijd in het land gezeten heeft. Leuk om Charles Dance in een rol te zien als klassieke koloniale Brit die afstand moet doen van zijn landgoed als India zelfstandig wordt. Net als Peter O’Toole in The Last Emperor loopt hij rond in een wereld waarin hij eens heerser was maar nu overbodig is.