Ik weet van tevoren dat ik me niet druk moet gaan maken over plotlogica en subtiliteit maar dan nog is het af en toe naar adem happen. Uit ongeloof maar ook omdat het zo doordendert dat ik mezelf voortdurend afvraag welke puber er hier aan het roer zit.
Niet dat het allemaal zo slecht is. Met name de in flashback vertelde momenten uit Kal’s jeugd zijn sterk. En daar is vrijwel geen special effect te zien. Vooral Diane Lane weet op die momenten het hart te bieden dat de film zo nodig heeft. Maar als Kal de strijd aan gaat met Zod weet Zack Snyder van geen ophouden. Er staat werkelijk geen steen meer overeind in Smallville en New York. Alsof hij het verhaal van Superman even wilde combineren met het einde van de wereld. Michael Shannon is, net als bv Marton Csokas in Kingdom of Heaven, zo over de top slecht dat het weer grappig wordt. Hij heeft er echter wel lol in, zo lijkt het, en dat moet ook bij dit soort spektakel. Maar producent Christopher Nolan, en daarmee ook Snyder, zijn net wat te serieus. Een comicbookverfilming is gebaat bij wat lucht en humor en die moet je helaas met een zaklamp zoeken. Bij Batman is dat, door de donkere toon van de comics, minder relevant. Daardoor is het serieuze karakter dat Nolan aan zijn Dark-Knight films mee gaf wel passend. Maar in Man of Steel wordt die luchtige toon node gemist.
Superman wordt als redder van de mensheid gepresenteerd en zijn meerdere malen herhaalde leeftijd van 33 jaar en de gespreide armen waarmee hij in de lucht hangt refereren nogal opzichtig naar Christus. Maar dan wel een Christus die in zijn strijd met Zod en trawanten meer slachtoffers maakt en meer schade aanricht dan Osama Bin Laden ooit heeft gedaan. De schroom om New York volledig aan gort te slaan is duidelijk weg bij de huidige generatie actieregisseurs.