Jacques Vergès, zoon van een Franse diplomaat en een Vietnamese moeder, studeerde in 1955 af als advocaat. Al tijdens zijn studententijd kwam hij uit voor zijn linkse sympathieën en sprak zich in sterke bewoordingen uit tegen het neo-kolonialisme en de rol die Frankrijk daarin speelde via de bezetting in Algerije. Die strijd bracht hem ook z’n eerste zaak toen hij ingehuurd werd om de Algerijnse activiste Djamila Bouhired te verdedigen, die terechtstond voor een bomaanslag in een cafe en uitgroeide tot het symbool van de vrijheidsstrijd. De publieke opinie onder de Fransen keerde zich tegen hem, maar al snel bleek dat Vergès juist floreerde als hij werd tegengewerkt. Zijn fascinatie voor de Algerijnse zaak en Bouhired in bijzonder ging uiteindelijk zo ver dat hij haar trouwde, direct na haar vrijlating. In de decennia daarna bewoog Vergès zich in en uit de publiciteit door vele controversiële zaken aan te nemen maar ook door een jarenlange verdwijning.
Via interviews met Vergès zelf, vele van zijn voormalige cliënten (ex) collega’s en andere betrokkenen wordt een portret geschetst van een fascinerend en uiterst complex man. Hij wist zich met een lach uit de meest bizarre situaties te redden, en liet tegelijkertijd een grote emotionele betrokkenheid zien bij groeperingen en individuen die vochten tegen een koloniale bezetter. Het enige manco van de documentaire is de overdaad. In ruim 2 uur wordt zo’n berg aan informatie over de kijker gestort dat deze moeilijk te verwerken is. Maar de volhouder wordt beloond met inzicht in een man en een periode die (nogmaals) duidelijk maken dat vrijheidsstrijd en terrorisme de wereldopinie al veel langer beheersen dan sinds 9/11.