Errol Morris is de afgelopen jaren flink doorgebroken met The Fog of War (over Robert S. McNamara) en Standard Operation Procedure (over Abu Ghraib). Hij is echter al lang bezig en maakte al in 1976 zijn eerste documentaire: Gates of Heaven. Hierin interviewt hij huisdiereigenaren die hun geliefde maatje verloren zijn en begraven hebben op een dierenkerkhof. Daartegenover zet hij een aantal exploitanten van zo’n kerkhof die in alle ernst vertellen over hun onderneming, de manier waarop ze er hun geld mee verdienen en het gedoe dat het dagelijkse beheer ervan met zich meebrengt.
Morris lijkt weinig te doen als hij zijn camera richt op zijn personages die maar door blijven vertellen en vaak met steeds gekkere verhalen komen. Maar door zijn montage en keuzes voor verhaallijnen ontstaat er iets heel bijzonders. Gefilmd in het altijd zonnige zuiden van Californië is Gates of Heaven een bij vlagen surrealistische documentaire over liefde, dood, familie, herinneringen en een diep geloof in de American Dream.
Er gaat overigens een verhaal de ronde dat Werner Herzog een weddenschap met Morris had afgesloten omdat hij niet geloofde dat Gates of Heaven ooit af zou komen. Mocht dat wel zo zijn dan zou Werner zijn schoen opeten. En dat schijnt hij ook echt gedaan te hebben bij de premiere.