En zo krijgen de liefhebbers toch meer Ferry, en meer Frank Lammers. Dat dit personage zo weinig screentime kreeg in seizoen 2 van Undercover werd door velen betreurd. Daarom krijgt Lammers hier een complete film om te shinen. Niet dat dit echt tot meer inzicht lijdt in waarom Ferry is zoals hij is: een geharde crimineel in schreeuwerige overhemden en schakelkettingen, die met een zachte tongval en veel gezelligheid de meedogenloosheid zelve is. In deze prequel is hij een hulpje van een Amsterdamse topcrimineel. Voor deze Brink doet hij weliswaar alles maar in die onderdanige rol, gecombineerd met de Mokumse onderwereld, staat hij wel erg ver af van de campingcrimineel in seizoen 1.
Maar gelukkig keert Ferry terug naar zijn geboortegrond als hij een uit de hand gelopen ripdeal op moet lossen. Op camping Zonnedauw leert hij Daniëlle kennen, ontwapenend en lief maar ook weer niet zo naïef dat het karikaturaal wordt. Elise Schaap speelt dat prachtig. Haar toenadering tot de lomperd Ferry, culminerend in een scene waarin de twee een pilletje nemen en omringd door suikerspinnen en neonlicht verliefd op elkaar worden, is het hoogtepunt van de film. Verder wordt hier net zo gehaaid met het contrast tussen keiharde misdaad en hopeloze lulligheid gespeeld als in de serie, waardoor alles voortdurend laveert tussen spanning en slapstick. Maar de film Ferry hangt wat teveel van toevalligheden aan elkaar, is wat vlakker en clichématiger dan de serie en haalt dat niveau dan ook niet helemaal. Maar het personage Ferry staat als een huis en daar kunnen nog wel wat meer seizoenen mee gevuld worden wat mij betreft.