Het origineel uit 1981 was baanbrekend maar ongelooflijk tam in vergelijking met wat er tegenwoordig mogelijk is met special effects. Ik dacht dat ik met Martyrs (2009 alweer zie ik) het meest extreme had gezien, maar het blijkt nog een graadje heftiger te kunnen.

In deze reboot wordt gekozen voor een afgeleefd appartementencomplex, ergens in LA. Donker en vies biedt het de perfecte verstopplek voor het kwaad. Het is een welkome afwisseling van de cabin in the woods zoals die in I en II, de remake uit 2013 (die ik niet gezien heb) en de film The Cabin in the Woods. Regisseur Lee Cronin toont de enigszins disfunctionele familie van tatoeëerder Ellie en haar drie kinderen Danny, Bridget en Kassie. Ze hebben het moeilijk na het vertrek van vader. Als Ellie’s gitaartechnicus zus Beth arriveert, getroubleerd door een ongewenste zwangerschap, wordt het er niet beter op. Het is een familie waarbij het noodlot vooraf al op de loer ligt. Wanneer Danny een Boek der Doden vindt in een geheime grot onder hun gebouw en erin gaat lezen (mensen in horrorfilms kijken duidelijk geen horrorfilms), ontketent hij een demonisch wezen dat de familie gaat terroriseren. Ellie is het eerste slachtoffer en die begint de rest (inclusief wat andere bewoners) langzaam te vernielen. Een gezin dat elkaar te lijf gaat is op zich al een gruwelijk gegeven en hier wordt dat effectief ingezet. Tegelijkertijd is het verloop voorspelbaar en vraag ik me vaak af hoe een demon met zoveel krachten toch zoveel fouten kan maken en waarom hij het bij dit gezin houdt. Er wacht een miljoenenstad op je!

Het kijken van een horrorfilm vereist een bepaalde houding; niet te kritisch zijn over script, plot en personages en het geweld gewoon over je heen laten komen. Waarbij het, zeker hier, nog een uitdaging is om ook echt te blijven kijken. Evil Dead Rise tikt alle cliches aan maar doet dat op overtuigende wijze en met een enorme dosis bloed. In Stanley Kubricks The Shining zit de fameuze scene met de liftdeuren die bloed spuwen. In een directe hommage gaat EDR daar een factor 10 overheen. Het maakt de scene echter niet beter. Wat het origineel en de twee vervolgen van Sam Raimi zo bijzonder maakte is de mix van gruwelen en humor, gemarkeerd door de held Ash (Bruce Campbell). De manier waarop hij zich staande houdt, met een grijns waarin angst en waanzin tegelijk aanwezig zijn, is hier ver te zoeken.

Het zou geholpen hebben als ik deze film in een volle zaal had bekeken. Dan hadden we samen kunnen lachen en zo het afgrijzen kunnen verdrijven. Nu wordt ik er toch door gegrepen. Zeker ook omdat er hier een aantal inventieve en bloedstollende manieren gevonden worden om de personages te slopen. Al keert de oude en vertrouwde kettingzaag (wat doet die in de kelder van een appartementencomplex?) ook weer terug.