Een overzicht van mijn stukken voor 8WEEKLY, de eerste keer dat ik met een perspas op het festival was. Hiervoor kocht ik gewoon kaartjes.
Daardoor bleef het aantal beperkt tot zo’n 15 a 20 films. Nu ga ik daar flink overheen. Uiteindelijk zijn daar de onderstaande 11 stukken uitgekomen.

El Otro (The Other) – Sturm und Drang
Ariel Rotter • Argentinië/Frankrijk/Duitsland, 2007

Een zakenman wordt op een ochtend, na een lange busreis, wakker naast een dode mede-passagier. Diens dood inspireert hem om zijn eigen situatie, hoe goed die er op het eerste oog ook uitziet, met nieuwe ogen te bekijken. Zijn vrouw is zwanger van hun eerste kind en blijkbaar geeft dat feit hem net de duw die hij nodig heeft. Hij keert niet terug naar Buenos Aires maar schrijft zich onder een andere naam in bij een hotel en kijkt vanaf dat moment met een nieuwe blik naar de wereld en vooral zichzelf. Door de situaties waarin hij belandt en de mensen die hij tegenkomt, gaat hij nadenken over wie hij is en wat hij met zijn leven wil.

Regisseur Ariel Rotter maakte een film over een bekend thema, waarbij het beroemdste voorbeeld wellicht Antonioni’s The Passenger is. In die film belandt Jack Nicholson met zijn nieuwe identiteit echter van de regen in de drup, terwijl El Otro’s protagonist juist op rozen lijkt te zitten. Voor Rotter is de nieuwe naam dan ook slechts een vehikel voor de de innerlijke zoektocht die de man onderneemt. Die opzet valt te prijzen, maar het resulteert wel in een erg trage film die ondanks zijn korte lengte soms voorbij lijkt te kruipen. De film wordt gered door een aantal prachtige lange shots die al dan niet bewust ook weer naar Antonioni lijken te verwijzen. En door hoofdrolspeler Julio Chávez, die ondanks een minimum aan aangereikte tekst en emoties, sympathie weet op te wekken en identificatie met zijn zoektocht realiseert.

Cargo 200 (Gruz 200) – Kings & Aces
Alexei Balabanov • Rusland, 2007
Het Rusland van begin jaren 80 werd gekenmerkt door verwarring, desillusie, en een toenemende scepsis over de mogelijkheden van de communistische heilstaat. De invasie van Afghanistan was een wanhopige poging van een uitstervend regime om de oude glorie van het communisme te herstellen in een buurland dat steeds meer onder invloed van de Islam kwam. Het fatalisme dat zo kenmerkend is in de Russische maatschappij kwam in dit klimaat nog sterker naar boven. Verandering was in de persoon van Michael Gorbatsjov en zijn politiek van glasnost en perestroika op komst, maar zover was het nog niet.

Tegen deze achtergrond vertelt regisseur Alexei Balabanov een bizar verhaal over een dolgedraaide politieman die zo is afgestompt dat hij schijnbaar zonder emoties een reeks gruwelijkheden begaat, die hij door zijn machtspositie in de schoenen van een aantal naieve burgers weet te schuiven. De dochter van een lokale communistische partijbons is verdwenen en in diezelfde nacht werd een moord gepleegd in een afgelegen boerderij/wodkastokerij. Tegelijkertijd komen (onder de codenaam Cargo 200) de in Afghanistan gesneuvelde soldaten per luchttransport terug, en het lijk van een van hen hanteert Balabanov om het verval niet alleen op macro- maar ook op gruwelijk microniveau te illustreren. In een caleidoscopische vertelling en onder het genot van sloten wodka worden alle betrokkenen bij deze gebeurtenissen gevolgd, en komt een hyperrealistisch beeld naar voren van de morele ondergang van een gedoemd systeem. Balabanov biedt hiermee een rauw tegenwicht aan de nostalgische gevoelens die nu, 20 jaar later, weer de kop opsteken. Niet voor de fijngevoeligen, maar wel krachtige cinema.
Van deze film heb ik ook een lange recensie geschreven 

Cordero de Dios (Lamb of God) – Tiger Awards
Lucía Cedrón • Argentinie/Frankrijk/Chili, 2008

Argentinie 2002. Het land wordt beheerst door een economische crisis, hoge werkloosheid en uit de pan rijzende inflatiecijfers. De 77-jarige Arturo wordt op klaarlichte dag ontvoerd. Zijn kleindochter Guillermina krijgt een telefoontje van de kidnappers die om een losgeld van 400.000 dollar vragen. Ze neemt contact op met haar moeder Teresa die met zichtbare tegenzin vanuit haar ballingschap in Frankrijk terugkeert naar haar geboorteland.

Argentinie 1978. Het land zucht onder het bewind van de junta waarin elke vorm van opstand of verzet de kop wordt ingedrukt en alles wat zich links noemt is ondergedoken. In deze sfeer van repressie wordt het WK voetbal georganiseerd, en de machthebbers zien een mooie kans om het volk middels een oude truc tevreden te houden. Teresa en haar man Paco zijn studenten, met een zes-jarige dochter, en als vanzelfsprekend actief in het verzet tegen de junta. Als ze beiden opgepakt worden door de para-militairen neemt Teresa’s vader Arturo de verantwoordelijkheid voor Guillermina op zich. Zeer tegen de zin van Teresa omdat haar vader banden heeft met het bewind. Tegelijkertijd vormen die banden een sterke waarborg voor hun mogelijke vrijlating.

In een mooie parallelmontage worden deze verhaallijnen met elkaar verweven. Soms zo letterlijk dat de jonge Teresa de kamer verlaat, de camera een pan-beweging maakt, en haar oudere zelf weer binnenkomt. Met trefzekere slagen zet Lucía Cedrón een boeiende combinatie van relatiedrama en politieke thriller neer, en ze weet de valkuilen van een te sterke persoonlijke betrokkenheid (ze groeide zelf op in Frankrijk nadat haar vader onder nooit opgeklaarde omstandigheden werd vermoord) te vermijden.

Unfinished Sky – Time & Tide
Peter Duncan • Australïe/Nederland, 2007

De Nederlands-Australische co-productie Unfinished Sky is de remake van De Poolse Bruid. Ditmaal speelt het verhaal in de outback van Australië. Het originele scenario is aangepast aan die omgeving, maar veel is ook hetzelfde. Monic Hendrickx speelt opnieuw een mishandelde vrouw, dit keer de Afghaanse vluchtelinge Tahmeena. Ze komt volkomen uitgeput aan op een afgelegen boerderij van John (William McInnes), een schapenboer die daar alleen woont met zijn hond. John is erg tevreden met zijn eenzame bestaan, en hij is dan ook zeer afwachtend in zijn houding naar haar toe. Dat zijn afzondering niet zelf verkozen is wordt langzaam duidelijk, net als de geschiedenis van Tahmeena. Ze confronteren elkaar met hun verleden en hun gesprekken, hoe moeizaam ook, hebben voor beiden een louterend en therapeutisch karakter. Als het verleden haar letterlijk achtervolgt in de vorm van de plaatselijke hoteleigenaar en een politieagent, is de band tussen John en Tahmeena inmiddels zo gegroeid dat hij instinctief voor haar kiest.

In een subtiele cameravoering, met afwisselende aandacht voor kleine zaken en de weidsheid van het Australische landschap, wordt de ontluikende relatie tussen twee mensen neergezet. Een gegeven dat het origineel zo sterk maakte en hier opnieuw zijn kracht bewijst. Het is dan ook jammer dat dit proces heftig onderbroken wordt door de komst van mannen die op zoek zijn naar ‘hun’ vluchtelinge, hoe nodig het ook is voor het verhaal. Monic Hendrickx laat wederom een groot talent voor talen zien, en haar Afghaanse (niet ondertitelde) monologen klinken volkomen geloofwaardig. William McInnes biedt haar sterk tegenspel in een rol die veel meer tekst heeft dan die van Jaap Spijkers in het origineel. Een verbitterd man en een getraumatiseerde vluchteling: meer is niet nodig voor een boeiende film.

Estômago – A Gastronomic Story – Sturm und Drang
Marcos Jorge • Brazilië/Italië, 2007

Raimundo Nonato (João Miguel) stapt in Sao Paulo uit een bus, zwerft wat rond en belandt hongerig in de snackbar van Zulmiro. Die zet hem direct aan het werk, want een goedkope kracht is altijd handig. Al snel wordt duidelijk dat Nonato een groot kooktalent is, en zijn snacks trekken flink de aandacht. Zo ook van de lokale prostituee Iria, en de restauranteigenaar Giovanni. Deze laatste verleidt Nonato bij hem in dienst te komen, en zo klimt hij op de ladder. In een parallelle vertelling wordt Nonato’s verdere leven uit de doeken gedaan. Hij zit in de gevangenis, en ook hier moet hij onderaan beginnen. En ook nu blijken zijn kookkunsten deuren te openen.

Nonato is aanvankelijk een verlegen en naïef man, maar door zijn kookkunsten stijgen zijn zelfvertrouwen en trots en hij leert dat macht (net als eten) een krachtig afrodisiacum is. Estômago is een ambitieuze fabel over macht, sex en vooral eten. Soms te ambitieus: het script had wel wat strakker gemogen en niet alle personages zijn even goed uitgewerkt. Joao Miguel zet echter overtuigend de overgang neer van nederig naar ambitieus, naïef naar alwetend, afwachtend naar assertief. Regisseur Marcos Jorge weeft een dik tapijt van cinefiele verwijzingen. Uiteraard naar andere films over eten (bv Tampopo, Bella Martha, Babette’s Feast, La grande bouffe), maar via Iria ook naar de vrouwen in films van Fellini, en met de muziek naar het werk van Sergio Leone en Ennio Morricone. Maar ook zonder deze referenties te herkennen valt er genoeg te ontdekken in dit filmbuffet.
Ook van deze film heb ik een lange recensie geschreven.

Dagen zonder Lief – Sturm und Drang
Felix van Groeningen • België, 2007

Zwarte Kelly, inmiddels blond maar voor de rest nog haar oude zelf, keert na een New Yorks avontuur (tijdelijk?) terug naar haar roots. Via haar leren we een groep eind-twintigers kennen die voorheen een hechte vriendengroep vormden. Kurt (een ex van Zwarte Kelly blijkt later) en blonde Kelly (jaja) hebben een zoontje en een hond. Kurts beste vriend Frederic zit onder de plak bij zijn rijke vriendin. Nick is het feestbeest dat geen spat is veranderd, en Patrick is nog slechts een herinnering aan wat is geweest. De terugkomst van zwarte Kelly werkt als een katalysator op de groep: ze halen herinneringen op, blazen hun dromen nieuw leven in, confronteren elkaar en roepen dingen die jaren verzwegen zijn. Kortom, de zoekende personages stevenen regelrecht op een conflict af. Met hun verleden, elkaar, zichzelf en met hun ambities.

De ambiguïteit die haar terugkeer oproept wordt door de personages sterk neergezet. Onder leiding van een fascinerende Wine Dierickx (Wunderbaum en Maybe Sweden) creeert de ensemblecast een mooi sjabloon voor een generatie in verwarring. Wonend in een saaie provinciestad lijken ze alles in eerste instantie prima voor elkaar te hebben, maar door de komst van Kelly worden de barsten in het glazuur duidelijk. Provinciestad Sint-Niklaas fungeert als achtergrond, en de leegheid van haar ambiteuze stadspleinen contrasteert prachtig met de ‘ons kent ons’ aard van de bewoners. De vele luchtshots en beelden van rotondes geven de film een poëtische laag mee en illustreren de zoektocht die de personages ondergaan. Via sterke dialogen, vaak zeer grappige situaties, en een bruisende soundtrack (piano èn trance) schetst Felix van Groeningen een sterk portret van jongvolwassenheid en de keuzes die daarin gemaakt moeten worden. Vrienden groeien onvermijdelijk uiteen, een pijnlijke ervaring voor de groep rond Zwarte Kelly maar vanwege de herkenbaarheid ook voor de kijker.

L’avocat de la terreur – Time & Tide
Barbet Schroeder • Frankrijk, 2007

Jacques Vergès, zoon van een Franse diplomaat en een Vietnamese moeder, studeerde in 1955 af als advocaat. Al tijdens zijn studententijd kwam hij uit voor zijn linkse sympathieën en sprak zich in sterke bewoordingen uit tegen het neo-kolonialisme en de rol die Frankrijk daarin speelde via de bezetting in Algerije. Die strijd bracht hem ook z’n eerste zaak toen hij ingehuurd werd om de Algerijnse activiste Djamila Bouhired te verdedigen, die terechtstond voor een bomaanslag in een cafe en uitgroeide tot het symbool van de vrijheidsstrijd. De publieke opinie onder de Fransen keerde zich tegen hem, maar al snel bleek dat Vergès juist floreerde als hij werd tegengewerkt. Zijn fascinatie voor de Algerijnse zaak en Bouhired in bijzonder ging uiteindelijk zo ver dat hij haar trouwde, direct na haar vrijlating. In de decennia daarna bewoog Vergès zich in en uit de publiciteit door vele controversiële zaken aan te nemen maar ook door een jarenlange verdwijning.

Via interviews met Vergès zelf, vele van zijn voormalige cliënten  (ex) collega’s en andere betrokkenen wordt een portret geschetst van een fascinerend en uiterst complex man. Hij wist zich met een lach uit de meest bizarre situaties te redden, en liet tegelijkertijd een grote emotionele betrokkenheid zien bij groeperingen en individuen die vochten tegen een koloniale bezetter. Het enige manco van de documentaire is de overdaad. In ruim 2 uur wordt zo’n berg aan informatie over de kijker gestort dat deze moeilijk te verwerken is. Maar de volhouder wordt beloond met inzicht in een man en een periode die (nogmaals) duidelijk maken dat vrijheidsstrijd en terrorisme de wereldopinie al veel langer beheersen dan sinds 9/11.

Import Export – Kings & Aces
Ulrich Seidl • Oostenrijk, 2007

Omdat ze niet rond kan komen van haar verpleegsterbaan in haar thuisland Oekraïne, laat Olga haar kind achter bij haar moeder en trekt in de hoop op een beter leven naar het Westen. Ze belandt uiteindelijk als schoonmaakster in een geriatrische afdeling van een ziekenhuis in Wenen, een baan die symbolisch is voor het werk dat Westerlingen niet meer willen doen. Paul is een doelloze en ietwat agressieve adolescent die op zoek is naar richting. Zijn gedegenereerde stiefvader Michael neemt hem mee op een trip richting Oost-Europa om daar afgedankte speelautomaten te slijten en zijn status als Westerling seksueel uit te buiten.

Ulrich Seidl portretteert twee jonge mensen die op zoek zijn naar zichzelf en daarvoor door een grote berg rotzooi moeten waden. Tegelijk schetst hij een portret van een Europa dat op allerlei manieren de weg kwijt is, en desondanks talloze immigranten trekt die juist daar een beter leven hopen te vinden. Olga vertrekt letterlijk uit een koud klimaat, maar ze belandt in een wereld waar menselijk contact is vervangen door relaties die gebaseerd zijn op machtsverhoudingen, en waar seks nog slechts als ruilmiddel dient. Seidl choqueert bewust, en er zijn momenten in de film die bijna te pijnlijk zijn om te zien. Tegelijkertijd zijn er scènes waarin intimiteit en (zeker ook) humor de boventoon voeren.

Seidl heeft het project minutieus voorbereid, en dat werpt vruchten af. Zijn grotendeels non-professionele cast is volkomen geloofwaardig. De zoektocht naar locaties inspireerde hem tot scènes waarbij acteurs middenin publieke ruimtes werden geplaatst en zo (ook vanwege de gehanteerde schoudercamera) een hoge mate van spontaniteit krijgen. Import Export is een film over exploitatie, maar Seidl is er ook van beschuldigd dat hij juist dat doet met zijn personages. Het feit alleen al dat deze controverse bestaat zou een aanmoediging moeten zijn de film te gaan zien. “Der Mensch ist ein Wolf“, zo stelde Seidl tijdens een vraaggesprek na afloop van de vertoning. Dat uitgangspunt zet hij zeer consequent en meesterlijk neer.
Ook van deze film heb ik een lange recensie geschreven. 

Das Herz ist ein dunkler Wald – Time & Tide
Nicolette Krebitz • Duitsland 2007

Wat gebeurt er met je als je ontdekt dat het leven dat je denkt te leiden een illusie is? Als je eigen unieke identiteit voor je partner inwisselbaar blijkt? Als het geluk dat je met hem denkt te delen en het gezin dat jullie vormen voor hem niet genoeg is? In Das Herz ist ein dunkler Wald onderzoekt Nicolette Krebitz de scheuren die onder het dagelijks middenklassegeluk verborgen zitten. Als Marie er achterkomt dat Thomas een dubbelleven blijkt te leiden stort ze in eerste instantie ineen. Maar al snel weet ze zich te herpakken en ze start een zoektocht naar het ‘waarom’. Die leidt haar naar een kasteel waar Thomas op een gemaskerd bal een optreden verzorgt (hij is muzikant), en waar ze de mensen ontmoet die een rol vervullen in diens tweede leven. De sfeer van de vertelling krijgt met het bal, en de scènes en lokaties daaromheen, een surrealistisch karakter. Via vervreemdende camerabewegingen, ronddolende personages en flarden van dialogen raakt Marie steeds meer verstrikt in haar gedachten, en al snel is niet meer duidelijk waar de realiteit ophoudt en de fantasie begint. De gevoelswereld van Marie wordt daarnaast geïllustreerd met scènes waarin we het stel zien aan het begin van hun relatie. Tegen een zwart doek en op een leeg toneel vechten ze de oeroude strijd tussen de seksen uit, in een serie theatrale maar indrukwekkende dialogen. De parallellen met Stanley Kubricks Eyes Wide Shut zijn duidelijk, en ook hier dringt zich de vraag op of het om een meesterwerk gaat of om een pretentieuze parabel over seks en macht. Als Marie de volgende ochtend als een moderne Medea naar haar kinderen terugkeert, is haar oplossing een logische afsluiting. Een hoogdravende maar moedige film, die veel van de kijker vraagt maar er ook veel voor teruggeeft.

La graine et le mulet – Time & Tide
Abdellatif Kechiche • Frankrijk, 2007

Slimane is gescheiden en zit alleen op een kleine kamer in het hotel van zijn nieuwe vriendin Latifa en haar dochter Rym, terwijl zijn grote familie geniet van de kookkunsten van zijn ex-vrouw. De couscous met vis (het gerecht waarnaar de titel verwijst) vormt al jaren hèt bindende element van de familie. Na jaren in de haven gewerkt te hebben wordt hij ontslagen, maar hij is nog niet bereid achter de geraniums te gaan zitten. Hoewel zijn immer op onweer staande gezicht het niet doet vermoeden, blijkt hij nog zeker ambities te hebben. Slimane kan erg goed opschieten met de jonge maar bijdehante Rym, en zij vormt de katalysator in zijn besluit op een oud schip een restaurant te gaan beginnen dat gefundeerd is op de beroemde couscous van zijn ex. Het bureaucratisch proces waar de twee doorheen moeten is pijnlijk om te zien, en de uitweg die ze uiteindelijk vinden om hun project toch van de grond te krijgen leidt tot de tweede lange eetscène. De voorbereidingen voor de twee maaltijden die het plot omarmen, bieden een treffende illustratie van de intimiteit van de familie versus de pijnpunten tussen autochtone Fransen en de immigrantengemeenschap.

In deze combinatie van de zoektocht naar geluk en de inherente spanningen binnen een grote immigrantenfamilie, laat regisseur Abdellatif Kechiche een indrukwekkende beheersing van de materie zien. Hij combineert lange en meanderende close-ups en overlappende dialogen vol verbale hysterie, met een elliptische, intuïtieve montage waarin stukken van de verhaallijn worden weggelaten en hij vertrouwt op invulling daarvan door de kijker. Dit hollen en stilstaan werkt wonderwel, en de spanningsboog blijft uiteindelijk voortdurend gespannen. De symboliek van de zoekende Slimane die via de couscous van zijn ex-vrouw de hand uitstrekt naar zijn familie is tekenend voor de spagaat die hij moet maken. Als Rym zich uiteindelijk opoffert in een zinderende finale is de suggestie van herstel duidelijk, maar biedt weinig aanknopingspunten voor een hoopvolle toekomst.

Let the Right One in (Lat den rätte komma in) – Rotterdämmerung
Tomas Alfredson • Zweden, 2008

Een warme, poëtische en aangrijpende vampierfilm. Echt waar! Regisseur Tomas Alfredson (die op het IFFR eerder indruk maakte met Four Shades of Brown) verfilmde de bestseller van John Ajvide Lindqvist over de vriendschap tussen de 12-jarige Oskar en het 200 jaar oude vampierkind Eli. Dat vampierthema is echter bijzaak (al krijgt het in een verfilming uiteraard vanzelf meer ‘grafische’ impact), en de nadruk ligt op Oskar en de weerstand die hij samen met Eli opbouwt tegen zijn omgeving. Het resulteert in een beheerst narratief dat soms onverwachts in het absurde schiet om vervolgens weer tot rust te komen. Oskar woont met zijn moeder in een anonieme buitenwijk van Stockholm, in een apartementengebouw met binnenplaats waar hij ’s avonds vaak alleen te vinden is. Hij wordt gepest op school maar verzet zich er niet tegen. Liever trekt hij zich terug en fantaseert over de bloedige wraak die hij op zijn vijanden zal nemen. Zwijgend kijkt hij naar zijn eigen spiegelbeeld in een raam van de flat, in een typerende scène die duidelijk maakt dat de regisseur niet bang is voor stilte en dat hij zijn verhaal uiterst beheerst zal gaan vertellen. Ook is de scène illustratief voor het thema van de film; Oskar zal zijn eigen demonen moeten zien te verjagen met behulp van een vriend, om zo zijn angsten en onzekerheid te overwinnen. In die zin kan Eli als zijn assertieve alter ego gezien worden dat hem duidelijk maakt dat de kracht al in hemzelf zit en slechts geactiveerd hoeft te worden. Als hun relatie zich ontwikkelt doen zich een serie gruwelijke moorden in de omgeving voor, maar tegen de tijd dat Oskar erachter komt dat Eli daar wel eens bij betrokken zou kunnen zijn is hun band al te sterk. Een vampier moet uitgenodigd worden om een huis binnen te gaan, en Alfredson gebruikt dat klassieke vampierenthema om die band te illustreren. De terloopse manier waarop de moorden worden vastgelegd, draagt sterk bij aan de acceptatie van dat geweld als slechts een achtergrond voor een verhaal over vriendschap en zelfverwerkelijking. Het prachtige camerawerk van de Nederlands-Zweedse Hoyte van Hoytema bindt de gruwelijkheid en tederheid samen in een zelfverzekerde en unieke film.