Net als Darkest Hour het stervehikel was voor Gary Oldman, is Vice dat voor Christian Bale. Oscarmateriaal dit. Niet dat het de beste rollen van hun leven zijn, maar biografische films doen het nou eenmaal goed bij de gouden beeldjes. Maar waar Oldman won, moest Bale de prijs laten aan Rami Malek. Bij beide mannen staat er natuurlijk een sterke vrouw achter de ambities. Maar waar bij Churchill de ambitie altijd aanwezig was, moest die bij Dick Cheney wel even aangewakkerd worden. Maar als Dick eenmaal van de macht geproefd heeft, weet hij van geen ophouden. Als politiek assistent van Donald Rumsfeld ten tijde van Richard Nixon is Cheney een timide en wat zachtaardige man, maar naarmate de jaren vorderen krijgt hij steeds meer zelfvertrouwen. Bale acteert met vol lichaam maar een sterk ingehouden woede en meedogenloosheid. Cheney zwijgt liever dan dat hij praat, maar de hang naar de macht is er niet minder om. Na 9/11 gaan de remmen los en walst hij als een bulldozer door de politieke geschiedenis heen.
Cheney komt er niet al te best van af in de visie van regisseur Adam McKay. Een humorloze, egoïstische, charismaloze machtwellusteling die slechts aan zichzelf denkt en achteloos over lijken gaat. Voor mij werkt dat wel maar een conservatieve Amerikaan zal met stoom in de oren gekeken hebben. McKay heeft een energieke filmstijl die in zijn vorige film The Big Short ook al zo goed werkte. Hier komt het wat minder tot z’n recht. Mede ook omdat Vice ergens tussen degelijke biografie en vette satire in valt. Bale is uitstekend maar tegelijk ook oninteressant. Omdat Cheney dat ook was.