4/5
Door zijn charisma weet hij zijn ideeën met overtuiging te brengen, zeker aan een zo leeg canvas als dat van de dolende Freddie. Alhoewel die wel zeer ontvankelijk is, maar geen idee heeft wat de bedoeling van al dit zelfonderzoek en gegraaf in het verleden is. Hoffman zegt ergens letterlijk dat de mens geen dier is, maar hij heeft een dier nodig voor zijn experimenten en als tegenhanger voor zijn eigen ego. De manier waarop ze om elkaar heen draaien en elkaar aftasten is een oerthema uit de film, de botsing tussen rede en emotie, tussen protagonist en antagonist. Tussen het Apollinische en het Dionysische element in de mens.
Opborrelende woede
Hoffman en Phoenix zijn twee kanten van dezelfde medaille. Ze hebben elkaar nodig. Beiden zijn ook lichtgeraakt en ontvlambaar, maar waar zich dat bij Quill uit in lang aangehouden woede-aanvallen explodeert Dodd op die momenten dat er te lang aan zijn denkbeelden is gezaagd. Anderson gebruikt de relatie van Dodd’s theorieën met de Scientology-religie niet om commentaar te geven op die beweging. Uit de film spreekt eerder een waardering voor het levenswerk van oprichter L. Ron Hubbard. In zijn visie gelooft Dodd oprecht dat mensen beter af zijn als ze hem volgen, en dat geldt dus ook voor Hubbard. Maar dat aspect van The Master komt ook niet goed uit de verf. De film wordt stuurloos zodra Anderson focust op de beweging en de oefeningen die Dodd doet met zijn volgelingen en met zijn testsubject Freddie. Alsof hij niet precies weet wat hij er verder mee moet. Uitzonderingen zijn de scènes waarin Dodd bevraagd wordt en omstanders of gelovigen twijfelen aan zijn visie. De woede die opborrelt in de anders zo aimabele Dodd is schitterend om te zien. En op die momenten dat Anderson zich concentreert op de band tussen de twee mannen is de film zelf dan ook echt meesterlijk. Het is werkelijk een genot naar de acteerkanonnen (en overigens ook naar de ijzersterke Amy Adams als Dodds vrouw, de drijvende kracht achter de beweging) te kijken.