Deze vroege film noir van regisseur Anthony Mann gaat over twee agenten van het Treasury department (T-Men) die infiltreren in een grote valsemuntersbende. Mann start en eindigt zijn film bij het hoofdkantoor in Washington, en hij laat een hoge pief daar een inleiding geven over de 6 pijlers waarop die organisatie rust. Het bestrijden van geldvervalsing is er een van. De zaak waar de twee aan werken is ook gebaseerd op een echte: The Shanghai Paper Case. Deze raamvertelling geeft al aan dat de film in hoge mate propagandistisch en nationalistisch is.
Daarnaast gebruikt hij een voice-over die de vorderingen van de twee becommentarieert. Voice-overs zijn heel gebruikelijk in film noir, maar door de neutrale toon die T-Men hanteert, geeft Mann de film een documentaire-achtige uitstraling. Het camerawerk van John Alton, die nog veel met Mann zou werken, bevat extreme licht-donker contrasten en een vaak geometrische kadrering. Erg mooi, maar het draagt wel bij aan verwarring over Manns visie. Hij gebruikt het paradigma van de gangsterfilm om het werk van Treasury agenten te laten zien, en dat wring toch een beetje.
Het fanatisme waarmee ze opgaan in hun taak doet denken aan de undercoverfilms waarin het mis ging, Donnie Brasco bv. Ook hier komt de held voor een gruwelijke keuze te staan om een moord te voorkomen maar daardoor zijn identiteit prijs te geven, of het te laten gaan. Zo komt een zo zakelijke en saaie unit als deze ineens in een ander daglicht te staan. Maar Mann weet uiteindelijk toch steeds aan de objectieve kant te blijven en T-Men is dan ook een intrigerende en unieke film. Ondanks de vele noirs die er destijds zijn gemaakt.