New York, 1960. Een reclamebureau aan Madison Avenue, een wereld die wordt bepaald door sigaretten en ijsblokjes. Een tijdperk waarin succesvolle zakenlui een eigen drankkast op kantoor hebben, moeders zich niet druk maken om autogordels voor hun kinderen en getrouwde mannen het flirten met secretaresses en serveersters zien als hun grondrecht. Don Draper (Jon Hamm), de gladde, succesvolle en uiterst zelfverzekerde creatief directeur, is de koning van dit rijk.
Maar er wordt geknaagd aan zijn troon, ten eerste door hemzelf. Zijn op het eerste oog gelukkige huwelijk wordt bedreigd door zijn eigen ontrouw en door een dreigende zenuwinzinking van zijn vrouw Betty (January Jones). Maar ook zijn collega’s azen op de positie die hen faam, geld en aanzien moet geven. De crises op het bureau en bij de Drapers thuis vormen een spiegel van de maatschappelijke spagaat in die periode. De traditionele waarden uit de jaren vijftig zijn nog volop aanwezig, maar de storm die een aantal jaren over de wereld zal neerdalen kondigt zich aan de horizon al aan. De mannen proberen hun macht te behouden, terwijl de vrouwen (zowel de echtgenotes als de minnaressen) tegen beter weten in proberen iets aan hun underdog-positie te veranderen.
Het is pijnlijk om te zien hoe Betty Draper lijdt in haar mooie huis in de suburbs. Ze lijkt de beheersing zelve, maar ze is eenzaam, verveeld, boos, ontevreden en seksueel genegeerd. Don heeft alle macht in handen en zijn avontuurtjes voelen aan als wrede aanvallen op een weerloos schepsel dat hem meer nodig heeft dan hij haar. Tegelijkertijd is het Don zelf die de potentie ziet van zijn nieuwe secretaresse Peggy. Hij moedigt haar aan meer verantwoordelijkheid te nemen, geheel tegen de cultuur van de periode (waarin een vrouw als Peggy haar dienende rol nooit te boven mag stijgen) in.
Dit contrast tussen Drapers machogedrag en zijn steun voor Peggy vormt het hart van de serie. De buitenaardsheid van de periode had voor een modern publiek eenvoudig uitgemolken kunnen worden met een serie foute grappen, of met een politiek correcte veroordeling van de tijd. In plaats daarvan zijn de makers volledig gegaan voor plot en karakterontwikkeling. De achterlijkheid van seksisme, racisme, antisemitisme en homofobie mag voor de moderne kijker dan overduidelijk zijn, voor de personages is dat niet zo. Daarom is het eenvoudig je met ze te identificeren, zelfs als hun gedrag of hun uitspraken je soms doen huiveren. Waar menig serie die in een andere tijd speelt, vooral afstand schept tot de periode en tot de personages, weet Mad Men de kijker te transporteren naar een wereld waarvan je wenst erin geleefd te hebben, zelfs met de genoemde tekortkomingen. Voeg daaraan toe een constante voorraad aan plot twists die steeds bekwaam in lucht gehouden worden, en de conclusie is duidelijk.