Hoewel ik best blij was met het eerste seizoen van Fargo, ontbrak er toch wat. Noem het de juist combi van absurdisme, wereldvreemdheid, alledaagsheid, domheid, liefde en geweld. Seizoen 2 maakt dat helemaal goed. De magische mix is gevonden.
Seizoen 2 start in 1979, ruim 25 jaar voor de gebeurtenissen in het eerste. Er is een relatie tussen personages te trekken en ook de locaties doen bekend aan maar bekendheid met seizoen 1 is geen vereiste. Het geweld komt ditmaal van de strijd tussen de lokale criminele familie Gerhardt en de maffia uit Kansas City die hun handel over willen nemen. Dat alleen al levert een aantal hilarische maar ook uiterst gewelddadige scenes op, maar de echte kracht van seizoen 2 zit in het pad dat de slager en zijn vrouw af moeten leggen.
Deze Ed (Jesse Plemons) en Peggy (Kirsten Dunst) Blumquist zijn de goedbedoelende helden van dit verhaal. Peggy rijdt per ongeluk Rye Gerhardt omver, nadat die eerst drie moorden pleegde, en haar poging dat te verhullen vormt de start voor een absurdistische helletocht waarin een reeks fascinerende personages een rol spelen. State trooper Lou Solverson en sheriff annex schoonvader Hank Larsson moeten hierin alle punten zien te verbinden. Plemons en Dunst zijn fantastisch en de rest van de cast en de fijne locaties doen de rest. Ed Blumquist wil eigenlijk alleen maar rust maar vrouw Peggy is bezig zichzelf te ontdekken. Geholpen door een labyrintische kelder vol tijdschriften en een mythische zelfhulpcurcus is zij eigenlijk het meest gevaarlijke maar ook meest meeslepende personage van allemaal. Heerlijk.
I’m actualized!