50 jaar geleden, op 5 december 1969, lanceerden The Rolling Stones het album Let It Bleed. Het is een van de bekendste Stones-albums, met daarop klassiek geworden songs als Gimme Shelter, Midnight Rambler en You Can’t Always Get What You Want. De hoes bevat een taart en een platenspeler, maar er had een prent van Escher kunnen staan.
In die jaren vochten de Stones een strijd uit met de Beatles wie er de beste band in de wereld was. Een van de oorlogsfronten was de platenhoes. Na een brave start begin jaren ’60 zochten beide bands naar meer kunstzinnig verantwoorde hoezen. De Beatles kozen in 1967 al kleurrijke covers voor Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band en Magical Mystery Tour. De Stones kwamen datzelfde jaar met Their Satanic Majesties Request, ook voorzien van vele kleuren. De witte hoes voor The White Album (Beatles) werd direct gevolgd door een vrijwel witte hoes van Beggars Banquet (Stones). In januari 1969 volgde een nieuwe psychedelische cover van de Beatles voor Yellow Submarine. De Stones waren naarstig op zoek naar een geschikt ‘artwork’ voor hun nieuwe album, waarvan de titel op dat moment nog niet bekend was.
Mick Jagger kwam uit bij M.C. Escher, een kunstenaar die hij hoog had zitten. Een hoes met een ontwerp van de graficus moest wel een succes worden. Op Nieuwjaarsdag 1969 schreef Jagger een brief aan Escher:
‘Dear Maurits,
For quite a time now I have had in my possession your book [M.C. Escher, The Graphic Work] and it never ceases to amaze me each time I study it! In fact I think your work is quite incredible and it would make me very happy for a lot more people to see and know and understand exactly what you are doing. In March or April this year, we have scheduled our next LP record for release, and I am most eager to reproduce one of your works on the cover-sleeve. Would you please consider either designing a “picture” for it, or have you any unpublished works which you might think suitable – the “optical illusion” idea very much appeals to me, although one like “Evolution” would of course be equally as suitable. And would say the same thing. You might even like to do a long one like “Metamorphosis” which we could then reproduce as a folding-out sleeve. It could be either in one colour or full colour, that would be up to you entirely.Naturally, both you and your publishers would get full credits on the sleeve, and we could negotiate a fee on hearing of your decision to do it. I would be most grateful if you could contact Peter Swales or Miss Jo Bergman at the above address or telephone (reverse charge), and either will give you every necessary assistance. However, I am not so fortunate as to possess a Dutch interpreter, and so if you do not speak English or French, I would again be grateful if you could fix up somebody in Baarn to oblige.
Yours very sincerely,
MICK JAGGER
for ROLLING STONES LTD.’
In vertaling luidt dat:
‘Beste Maurits,
Ik ben nu al een hele tijd in het bezit van je boek [M.C. Escher, Grafiek en tekeningen] en blijft me elke keer weer verbazen als ik het bestudeer! Eigenlijk vind ik je werk ongelooflijk en het zou me erg blij maken als er veel meer mensen het zouden zien en weten en begrijpen wat je precies doet. Onze volgende langspeelplaat moet in maart of april van dit jaar uitkomen en ik zou heel graag een van je werken voor de hoes gebruiken. Zou je alstublieft willen overwegen om er een “afbeelding” voor te ontwerpen, of om een ongepubliceerd werk te gebruiken waarvan jij denkt dat het geschikt is – het idee van de “optische illusie” spreekt me erg aan, hoewel een prent als “Evolutie” natuurlijk net zo geschikt zou zijn. En zou hetzelfde zeggen. Misschien wil je zelfs een langegerekte doen zoals “Metamorfose”, die we dan kunnen reproduceren als een uitklaphoes. Het kan in één kleur zijn of in full colour, dat is geheel aan jou.Uiteraard krijgen zowel u als uw uitgevers volledige credits op de hoes, en kunnen we onderhandelen over een vergoeding als u beslist om het te doen. Ik zou het zeer op prijs stellen als u contact zou kunnen opnemen met Peter Swales of Miss Jo Bergman op het bovenstaande adres of telefoon (op onze kosten), en ik zal u alle nodige hulp bieden. Ik ben echter niet het gelukkige bezit van een Nederlandse tolk, en dus als u geen Engels of Frans spreekt, zou ik u opnieuw dankbaar zijn als u iemand in Baarn zou kunnen regelen om u van dienst te zijn.’
Escher reageerde direct. Het in het Engels geschreven antwoord aan Peter Swales was hoffelijk, maar ook enigszins vilein:
‘Dear Sir,
Some days ago I received a letter from Mr. Jagger asking me to design a picture or to place at his disposal unpublished work to reproduce on the cover-sleeve for an LP record. My answer to both questions must be no, as I want to devote all my time and attention to the many commitments made; I cannot possibly accept any further assignments or spend any time on publicity.
By the way, please tell Mr. Jagger I am not Maurits to him, but
Very sincerely,
M.C. Escher’
In vertaling:
‘Geachte heer,
Enkele dagen geleden ontving ik een brief van de heer Jagger waarin hij mij vroeg een foto te ontwerpen of ongepubliceerd werk ter beschikking te stellen om op de hoes van een langspeelplaat te reproduceren. Mijn antwoord op beide vragen moet nee zijn, want ik wil al mijn tijd en aandacht besteden aan de vele toezeggingen die ik heb gedaan; ik kan onmogelijk verdere opdrachten accepteren of tijd besteden aan publiciteit.
Tussen haakjes: wilt u de heer Jagger vertellen dat ik geen Maurits voor hem ben, maar
Hoogachtend,
M.C. Escher’
Mick Jagger maakte weliswaar een fout door Escher met zijn voornaam aan te spreken, maar daar lag niet zozeer het probleem. De muziek van de Stones was totaal niet overeenstemmend met Escher en dus was zijn werk op een LP hoes ook niet op zijn plaats. Daarbij was hij ook een principieel man: hij had het druk met al eerder gemaakte afspraken. Als hij een dergelijk verzoek voorrang zou geven, was het einde zoek. Ook al kwam dat verzoek van een wereldberoemde band als The Rolling Stones. Jagger schreef nog een vervolgbrief waarin hij vroeg of hij het werk Verbum mocht gebruiken, maar Eschers besluit was al genomen.
1969 was al geen best jaar voor de Stones. Brian Jones was zo verslaafd aan drank en drugs dat hij nauwelijks een bijdrage kon leveren aan het nieuwe album. In juni werd hij door Mick Jagger en Keith Richards uit de Stones gezet. Eerder dat jaar werd Mick Jagger zelf al gearresteerd wegens drugsbezit. Vlak voordat de band zijn nieuwe gitarist Mick Taylor presenteerde, met een gratis concert in het Londense Hyde Park, werd Brian Jones dood aangetroffen in zijn zwembad. Het Hyde Park-concert werd daarmee een eerbetoon aan Jones. Dit eerste concert in ruim een jaar was wel een gigantisch succes, mede door de emotionele lading die erop lag. Maar meer onheil zou volgen. Op dezelfde dag dat Let It Bleed in Amerika werd uitgebracht, gaf de band een optreden op de Altamont Speedway in Livermore, Californië. Daar werd een toeschouwer doodgestoken door een Hell’s Angel. Leden van die motorbende waren door de Stones ingehuurd als ordedienst. De openingssong van Let it Bleed is Gimme Shelter, met daarin de steeds herhaalde regel ‘Rape, murder! It’s just a shot away! It’s just a shot away!‘ Het blijft bizar dat dit lied zo’n letterlijke interpretatie kreeg tijdens Altamont. De afwijzing door Escher was dan ook een relatief kleine hobbel in een jaar waarin er van alles mis ging voor de band.
Overigens verschenen er in 1969 alsnog een aantal LPs met daarop afbeeldingen van Escherprenten. De Britse band Mott the Hoople kwam met een album waarop een gekleurde versie van Reptielen stond en op het album L. the P. van het eveneens Britse Scaffold was Klimmen en dalen te zien. En de Amerikaanse psychedelische rockband The Mandrake Memorial gebruikte twee prenten van Escher voor hun album Puzzle; Trappenhuis voor de voor- en achterkant en Wentelteefje voor de binnenkant. Bij deze ontwerpen was Escher zelf niet betrokken. De toestemming werd verleend door de M.C. Escher Stichting. Dat is op de hoezen van Scaffold en The Mandrake Memorial ook te zien.
De hoes van Let it Bleed is uiteindelijk gemaakt door de Amerikaanse ontwerper Robert Brownjohn. Te zien is een platenwisselaar met het album en de naald van een ouderwetse fonograaf. Daarop ligt een stapel, bestaande uit een taart met vijf poppetjes die de vijf Stones verbeelden, een rubberen band, een pizza, een wijzerplaat van een klok en een filmblik. Op de achterkant was dezelfde stapel te zien, maar dan verworden tot chaos. Alsof er een wild feest had plaatsgevonden. Brownjohn’s ontwerp is geïnspireerd op de werktitel van het album, Automatic Changer. Het resultaat is kleurrijk, druk en kitscherig, een ode aan het flowerpowertijdperk waarin het is gemaakt. Een beeld dat totaal afwijkt van de kunst van M.C. Escher.
Dit artikel verscheen eerder op www.escherinhetpaleis.nl