Hedenmorgen vroeg op en in gezelschap van de 3 Duitschers Stern naar Giarre per trein, om er dezelfde lavastroom (van 1928) te zien die ik reeds 3 jaar geleden zag en teekende. Ik vind er een bijzonder typisch onderwerp: een huis met een mooie palm erachter, gespaard door de hevige lava-verwoesting en geheel door zwarte lava omringd.

Dit schreef Escher op 4 mei 1936 in zijn reisdagboek over zijn reis rond en op de Middellandse zee. Het huis, onderwerp van een tekening en in augustus van een litho, was (bijna) ten prooi gevallen aan een machtige tegenstander: de Etna.

M.C. Escher bij Nunziata, 3 mei 1932

De vulkaan aan de oostkant van het Italiaanse eiland Sicilië spreekt al duizenden jaren enorm tot de verbeelding. Dat komt omdat hij al die tijd zowel zegen als onheil bracht. De vulkanische grond is erg vruchtbaar, waardoor de hellingen al sinds mensenheugenis zijn gebruikt voor de landbouw. Maar de Etna is na de Stromboli ook de actiefste vulkaan van Europa en een van de actiefste van de wereld. De gedocumenteerde uitbarstingen van de Etna gaan terug tot 1500 voor Christus. Talloze keren is er een uitbarsting geweest. Vaak klein, maar soms ook enorm groot met duizenden doden tot gevolg. Doden vallen er tegenwoordig nauwelijks meer, maar het aantal uitbarstingen nam gedurende de 20ste en ook in de 21ste eeuw alleen maar toe, met vaak grote schade tot gevolg. De sluimerende dreiging die verborgen gaat in de karakteristieke vulkaankegel maakt dat de Etna, net als meer vulkanen trouwens, zo’n grote aantrekkingskracht heeft op reizigers, avonturiers en kunstenaars.

Ook M.C. Escher werd in de jaren 30 als een magneet door de Etna aangetrokken. Hij was voor het eerst op Sicilië in het voorjaar van 1932, samen met zijn vriend Giuseppe Haas-Triverio. Samen keerden ze er terug in mei 1935 en het jaar daarop was hij er opnieuw, dit keer alleen (4 jaar na het eerste bezoek dus en niet 3 zoals hij in zijn dagboek schrijft). Bij elke reis was de vulkaan een vaste gast. Logisch ook, de kegel domineert het landschap aan de oostkant van het eiland. De Etna keert op meerdere (tekeningen, foto’s en) prenten terug. Vooral in de winter van 1932-33, toen hij de indrukken van zijn eerste bezoek bewerkte tot prenten. Daarop is steeds de Etna zelf te zien, dreigend uittorenend boven het omringende landschap.

Het Vaderland, 6 november 1928

Op de litho die hij maakte in augustus 1936 schittert de vulkaan echter door afwezigheid. In plaats daarvan toont Escher de gevolgen van de grote uitbarsting in november 1928, waarbij het dorp Mascali volledig van de kaart werd geveegd. De lavastroom van die uitbarsting was toen nog volop te zien in het landschap en Escher maakt er meerdere prenten over. In Nunziata, een dorpje vlak bij Mascali, trof hij dit huis aan dat volledig omringd werd door zwarte lava. Een beeld dat zowel duister als feeëriek aan doet.

De prent was te zien tijdens een tentoonstelling in Pulchri in Den Haag in november 1936. Het Vaderland schreef*:

..twee prachtige litho’s van Escher (wiens grafische werk zoo persoonlijk is dat men het al van verre als het zijn herkent); dat vrachtschip [zie Vrachtschip, EK] en vooral “in de lava van de etna” met de tragische ruine van een wit huis als een blanke pit in den harde bolster van de lavabrokken die zeer zwart zijn gehouden en waarin nochtans het geweld van de eruptie zóó dóórleeft in den barsten en kloven, dat heel die amorphe massa interessant is.

De tragische ruïne van het eens zo trotse huis is door de lava, en door het feit dat Escher het in een prent heeft afgebeeld, gestold in de tijd. Een permanente herinnering aan een indrukwekkende gebeurtenis in de Siciliaanse geschiedenis.

Terug naar 1928

In 2017 was er in Catania, de Siciliaanse stad aan de voet van de Etna, een Eschertentoonstelling te zien. Op die tentoonstelling zag Francesca Failla de litho Huisje in de lava bij Nunziata hangen. Ze is de laatste erfgenaam van de familie Barabini en ze realiseerde zich dat dit huis het oorspronkelijke huis van haar grootouders was. Die blik van herkenning bleek het startpunt van een onderzoek door de Siciliaanse journaliste Michela Costa. Dit leidde tot een korte documentaire en een boek. De documentaire en de zoektocht naar het huis werden gedaan door Maria Aloisi, met de hulp van Marco Restivo en Giuseppe Distefano van Etnawalk. Michela Costa werkte mee aan het schrijven van het verhaal van mevrouw Failla. In de documentaire zijn bewegende beelden te zien van nasleep van de uitbarsting in 1928 en ook het huis is herkenbaar in foto’s van de familie Barabini.

Ook in onderstaande Pathé-nieuwsfilm is te zien hoe de lava heel langzaam bezit neemt van de omgeving. De bewoners hebben tijd genoeg om hun spullen te pakken bij deze ramp die zich in slow motion afspeelt. Niets is bestand tegen dit enorme natuurgeweld.

Bronvermelding
[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 179

Dit artikel verscheen eerder op www.escherinhetpaleis.nl